dinsdag 5 februari 2013

SNS en de kapitalist


Het lijkt logisch dat in het kapitalisme bij de banken kapitalisten werken. Ondernemende types die risico durven te nemen. Het systeem deugt misschien niet, maar wat werken zij toch hard.
Dat deed ook Sjoerd van Keulen, een poosje terug de grote man bij SNS Reaal. Met lef arrangeerde hij de vastgoedtransacties die de bank de das hebben omgedaan. Hij deed precies wat van hem verwacht werd en streek een deel van de opbrengst op. En nu het zover is wil iedereen dat hij moet hangen.
Het kapitalisme wordt geïndividualiseerd, het is een persoon, het heeft een gezicht, het is Van Keulen, hij is de kop van Jut.

Maar als hij slecht heeft gehandeld wordt hij al gestraft. De boeddhistische meester Shantideva, die leefde van ca. 685-763, schreef in zijn Bodhicaryavatara:
‘Maar het resultaat van iemands daden die door en door slecht zijn: Zijn huid wordt geheel afgestroopt door de dienaren van de Dood, hij huilt hartverscheurend, zijn lichaam wordt besprenkeld met vloeibaar koper dat in het vuur is verhit, zijn vlees wordt uiteengereten door honderden slagen van vlammende zwaarden en speren, vele malen valt hij op een gloeiende ijzeren vloer, vanwege zijn slechte daden.’
Wat is hier nog aan toe te voegen? Of wat is beter te doen? Nationaliseer nu ook een goede bank of concern. Die heeft geld, zodat verlies en winst tegen elkaar weg kunnen worden gestreept. De kleine slachtoffers krijgen dan hun geld weer terug. Niks van ‘de belastingbetaler draait er mooi voor op’.

Dit zal niet gebeuren. Het systeem deugt immers niet. Het wordt langzamerhand toch tijd dat meer mensen erover na gaan denken daar wat aan te doen. Minister Dijsselbloem kan het mooi verkopen. Het is echter wel een boodschap in een slecht kader. In die zin is alle aandacht voor Van Keulen niet iets wat vrolijk stemt. Boosheid als afleiding. Valse richting.

Overigens heeft Shantideva voor Van Keulen ook wel enkele instructies hoe hij zijn karma kan verbeteren. Vergeving bestaat, als het om een persoon gaat.



Bron Shantideva, De weg tot het inzicht, Bodhicaryavatara, Meulenhoff Amsterdam 1980, p. 86.