zaterdag 17 december 2011

Augustinus en Piet Hein



Toen ik lang geleden in Groningen op de Tweede Christelijke HBS zat, werd een prijsvraag uitgeschreven. De Eerste en de Tweede Chr. HBS gingen scheiden, dus werd een nieuwe naam gezocht.

Er waren slechts twee inzenders, voor zover ik me herinner. De gekozen naam was bedacht door mijn leraar scheikunde. Het Augustinuscollege.
De andere inzender was een leerling en dat was ik. Mijn voorstel: Piet Heincollege. Nooit kreeg ik enige reactie.

Mijn vader had ooit een stoffenzaak die de naam Piet Hein droeg, omdat mijn pake ermee was begonnen in de Piet Heinstraat. Onze leus: ‘Stoffen Piet Hein kleden piekfijn.’ De zaak was niet meer, de naam mag je toch wel in ere houden?

Kerkvader versus zeerover. Ik las pas vanwege zijn filosofie nog eens de ‘Belijdenissen’  van Aurelius Augustinus. Hij was echt een fundamentalist. Alle bestaande dingen, of het nu mens, materie, tijd, recht of orde is, kunnen slechts bestaan als manifestatie van God. En vanuit het goddelijke recht mag de staat straffen en oorlog voeren om onrecht te wreken. In een dergelijke rechtmatige oorlog mag je ook vanuit hinderlagen vechten. Het lijkt Piet Hein wel.

Augustinus schrijft een christelijke moraal van gezindheid en plichten voor. Er zijn overeenkomsten met de tegenwoordig vaak beter bekende islamitische ‘sharia’. Rekkelijk en minder rekkelijk toepasbaar.
Maar ja, mijn Piet Hein was in zijn bestaanswijze van zeerover vast ook een nietsontziende fundamentalist.

Gisteren was de grote dag. De radicaal gereformeerde Augustinus-interpretatie wordt in Piet Hein tot een hogere orde verheven. Donner wordt onze onderkoning naast Hare Majesteit.