vrijdag 2 september 2011

Krom arbeidsrecht en een blauwe ballon


Dit keer een wat meer persoonlijke en langere weblog dan ik meestal schrijf. Ik heb een nieuw boek geschreven met de spannende titel ‘Het is vreemd …’ Redelijk omvangrijk als ik er een echt boek van maak, zo’n honderd pagina’s. Een kritiek op krom arbeidsrecht naar aanleiding van mijn ontslag in 2008 aan de Hanzehogeschool.
Dat klinkt als nieuws, maar het echte nieuws is, dat ik dit niet ga publiceren. Niet als gedrukt boek en ook niet als pdf op mijn website, zoals ik eerst overwoog. Wie het wil hebben kan het van me krijgen, maar zit dan wel vast een gesprek. Zodat vragen en opmerkingen die opkomen ook zo goed mogelijk worden beantwoord. Verder mag ieder ermee doen wat hij wil.

Toen ik in 2008 aan de Hanzehogeschool werd ontslagen, vonden sommigen dat ik hier een boek over moest schrijven. Ik heb geruime tijd afstand genomen en denk er een prima verhaal over te kunnen bieden. Niet noodzakelijk met alle details, wel de kern van de zaak, vanuit verschillende invalshoeken beschreven. Niet om me nog een keer te verdedigen. Dat is niet nodig, op dat punt krijg ik zelden nog vragen. Mijn doel zou wel zijn te laten zien hoe krom het Nederlandse arbeidsrecht is. Het dient de werkgever, veel minder de werknemer. In het arbeidsrecht toont de Nederlandse staat zich als gemankeerde rechtsstaat.

‘Het is vreemd …’ is een kritisch verhaal dat met mijn casus als voorbeeld beschrijft hoe de Hanzehogeschool zo nu en dan ervaren en ouder personeel aanpakt en wil ontslaan. Het laat zien hoe het arbeidsrecht werkt en hoe het HG-bestuur ermee opereert. Dat is op zich voldoende. Ik hoef niet nog eens het hele verhaal te ventileren dat de hogeschool erbij heeft geprutst, niet alle details die meespelen, wel de meest relevante.
Wanneer de nieuwsgierigheid wordt gewekt zullen echter vragen ontstaan. Maar als ik op voorhand nog verder op alle details inga, wordt het een dikke pul waar geen mens op zit te wachten. Als ik dan ook nog staaf hoe ik aan alle feiten kom, wordt het een soort familiedrama. Zeker ook een verhaal over anderen, ook over terzijde betrokkenen.

De vraag is daarom, hoe zinvol een ‘gewone’ publicatie nu is. Zinvol is echter wel op passende momenten helder uit te spreken dat het arbeidsrecht niet in balans is als het om de rechten van de werknemer gaat, en dat werkgevers – i.c. de hogeschool – de eigen vastgelegde protocollen bij conflicten dienen te hanteren. De kantonrechter zegt zelf het ook allemaal maar wat vreemd te vinden, maar ja, het arbeidsrecht werkt nu eenmaal zo. ‘Verstoorde verhoudingen’ is Psalm 1 van het arbeidsrecht. Als de werkgever bewust de verhoudingen verstoort, moet de werknemer opstappen. Dat is krom, daarom spreek ik van krom arbeidsrecht.

Een dag na mijn schorsing belde het Dagblad van het Noorden me op. Ik heb ik me toen beperkt en gezegd dat ik ‘fier en rechtop door het leven ga en niets heb gedaan waarover ik me moet schamen.’ (Dagblad van het Noorden 31 januari 2008) Zo was het en is het gebleven.

Voor ik naar de rechtbank ging op 27 maart 2008 las ik in de boeddhistische tekst ‘Vertrouw op jezelf’ het volgende: ‘Het maakt (…) niet uit of anderen kritiek op je hebben of dat ze je prijzen: wat ze ook zeggen, jij laat je er niet door van de wijs brengen. Als je geen vertrouwen in jezelf hebt, zul je jezelf slecht voelen als iemand je slecht vindt. Wat een tijdverspilling! Als mensen je slecht vinden, neem dan jezelf onder de loep. Als ze het mis hebben, laat ze kletsen. Als ze gelijk hebben, leer ervan.’ (Uit: J. Kornfield, P. Breiter, Een stille woudvijver, De inzichtmeditatie van Ajahn Chah, Asoka, Nieuwerkerk aan de IJssel 2000, p. 80). Het was inderdaad een leerzame ervaring, maar niet omdat de Hanzehogeschool gelijk had.

Twee ingrediënten bepalen mijn ontslag. In ‘Het is vreemd …’ schrijf ik als proloog ‘Blauwe ballon’.
Deze proloog vertelt iets over hoe ik in het leven sta en me voor zaken en mensen verantwoordelijk voel. Dit leidt vaak tot complimenten, maar een enkele keer maak ik het mezelf er wat lastig mee. Hieronder vind je die ‘blauwe ballon’. Dan heb je toch een stukje van mijn boek. Misschien vind je hier het belangrijkste ingrediënt van mijn kant.

Het werkelijk meest belangrijke ingrediënt was echter het kromme arbeidsrecht en hoe de Hanzehogeschool dit misbruikt:
- de hogeschool heeft moeite met zelfstandig denkende docenten, met name die actief zijn in de medezeggenschapsraad, en verwijdert hen liever dan een echt gesprek met hen aan te gaan,
- ‘hoor en wederhoor’ is een kernwaarde van een eerlijke en democratische cultuur, maar de hogeschool heeft in strijd met alle protocollen geen ‘hoor en wederhoor’ toegepast op basis van een helder geformuleerde klacht,
- de hogeschool verstoort de goede verhoudingen, de rechter kopt de bal in het doel en tegen de uitspraak van het ontslag is geen hoger beroep mogelijk.

Het arbeidsrecht moet naar mijn mening beter: liegen moet leiden tot sancties en alle advocaten en sprekers op de rechtszitting op het kantongerecht dienen onder ede te staan. Bovendien dient hoger beroep mogelijk te zijn. De wetgever vindt snelheid en duidelijkheid belangrijker dan zorgvuldigheid. Een fatsoenlijk mens zal hier anders over denken. De slechte verdeling van de rechten tussen werkgevers en werknemers moet worden opgeheven.

Ik hoop dat deze korte kritiek, met de vele andere die er al bestaan, een bijdrage levert aan echt arbeidsrecht.

Genoeg daarover.
En oja, de blauwe ballon … (op het eindeloze lege strand)








Blauwe ballon

Op 1 mei 2008 loop ik op mijn geliefde Schiermonnikoog ergens bij paal 11 en wil omkeren voor de terugtocht. Even de kijker gepakt en in de verte zie ik bij de vloedlijn in het water iets blauws, plastic of een ballon. Niet van belang, maar vanwege een paar hobby’s in de natuur let ik op de automatische piloot op de windrichting, en realiseer ik me ook de harde zuidenwind van de afgelopen dagen. Bovendien is 30 april, ballonnenwedstrijdendag, net voorbij. En ik sta op ongeveer het meest noordelijk punt van Nederland, verderop liggen geen ballonnen meer.
Toch maar even de omweg gemaakt, en inderdaad is het een ballon met een al flink doorweekt wedstrijdformuliertje eraan, opgelaten in Overijssel. Na eventjes aarzelen dit voorzichtig in de rugzak gedaan. Thuisgekomen stuur ik, ondanks de dikke stapel post, de mails en het vele werk dat er voor de gemeenteraad op me ligt te wachten, het kaartje nog dezelfde dag op.
Ik schrijf erbij: ‘het is wel een gelukje dat de ballon net op het strand is blijven liggen of weer snel is aangespoeld. Het strand was helemaal leeg, alleen jouw kaartje zag ik liggen in het zand.’
Op 11 juni krijg ik een alleraardigst briefje van een meisje uit Bergentheim. Haar ballon is het verste gevlogen, 137,7 kilometer. Ze heeft de eerste prijs, een MP4-speler heeft gewonnen. Ze bedankt me heel hartelijk.

Jawel, ik ben erg geneigd dat als iets vraagt nog even door te gaan, ik dat ook gewoon doe. Een soort verantwoordelijkheidsgevoel, maar ook leuk en vaak bevredigend de dingen af te maken die iets van je vragen. De bedankjes zijn niet altijd zó aardig, maar ik heb er meer dan genoeg gehad. Niet ieder neemt deze karaktertrek echter in dank af.



Kameraad Drieteen, mijn getuige


Foto’s: Schiermonnikoog, voorjaar 2008