Onveiligheid door aardbevingen beoordelen? ‘Daar hebben we geen model voor…’
Op 19 januari 2018 liepen 12.000 demonstranten in een grote fakkeloptocht na de zware aardbeving bij Zeerijp. Een massale actie, werd het daarna stil? De demonstranten toonden hun woede tegen de arrogantie van de NAM, die steeds weer probeerde het kortetermijnbelang van Shell, ExxonMobil en de staatskas voorop te stellen. Tal van families en personen kwamen terecht in ellenlange juridische procedures, zonder dat hun woning of bedrijf daadwerkelijk werd versterkt en hersteld.
Het gaat hierbij om zo’n 100.000 mensen met schade en om 10.000 met gezondheidsklachten. Op een zonnige dag en kijkend van afstand lijkt het mee te vallen, maar van dichtbij of in de woningen blijkt een enorme schade. En dat individuele aspect laat ook zien dat gezamenlijk actie voeren lastig is, waar mensen zo met geweld op het eigen bestaan worden teruggeworpen. De grote bevingen van Huizinge op 16 augustus 2012 en Zeerijp op 8 januari 2018 zijn bekend. Maar er is veel meer aan de hand.
Dat betekent echter nog niet dat gezamenlijkheid ontbreekt. De Groninger Bodem Beweging organiseert personen en groepen, het Groninger Gasberaad doet dat ook, samen met uiteenlopende organisaties en lokale overheden. Daarbij zijn de FNV, Milieudefensie, de SP en soms andere politieke partijen actief.
Op 17 en 18 april jl. kwamen een aantal organisaties en bewoners bij de Raad van State met hun bezwaren tegen minister Eric Wiebes’ beleid. Inzet is het ‘Instemmingsbesluit Groningen gasveld 2018-2019’. Uitspraak wordt half juli a.s. verwacht. Eerder, op 15 november 2017, heeft de Raad van State het vorige ministeriële besluit vernietigd, vooral vanwege de ‘onordentelijke argumentatie en motiveringsgebreken’ ervan. De appellanten van nu zien deze gebreken nog steeds. Want wat is nu de echte afweging, de veiligheid voorop of de gaslevering en het economisch belang daarvan?
En de aardbevingen zelf? Je hoort er misschien niet veel meer over, zijn ze gestopt? Niets is minder waar. Iedere week zijn er kleinere bevingen die plaatselijk schade aanrichten en daar wel degelijk worden gevoeld. In 2018 waren er 87 geregistreerde aardbevingen, na 1 januari 2019 waren dat er al meer dan twintig. En ook kleine bevingen zijn niet onschuldig. Een bewoner zei hierover: ‘Juist al die kleine bevingen vreten mijn huis langzaam op.’
Wiebes’ winningsbesluit en de schijn van redelijkheid
Op 14 november 2018 legde minister Wiebes het ‘Instemmingsbesluit Groningen gasveld 2018-2019’ ter inzage. In de inleiding hiervan staat onder meer: ‘Het uitgangspunt voor de gaswinning voor de komende jaren is om niet meer gas uit het Groningenveld te winnen dan noodzakelijk is voor de leveringszekerheid. Het kabinet verwacht dat de gaswinning in 2022 al kan dalen tot onder de 12 miljard kuub en dat vanaf 2030 de gaswinning geheel beëindigd zou kunnen worden.’
Op het eerste gezicht klinkt dit redelijk, want die 12 miljard kuub werd door het ‘Staatstoezicht op de Mijnen’ genoemd als een bij benadering veilige winning, met minder kans op grote aardbevingen. Of dit zo zeker is, daarover bestaat nog volop discussie. En Wiebes’ redelijk klinkende ‘uitgangspunt’ bevat nog meer onzekerheden die dat hele uitgangspunt teniet kunnen doen. Naast deze term zelf zitten valkuilen verpakt in woorden als ‘niet meer dan noodzakelijk’, ‘leveringszekerheid’, ‘verwacht’ en ‘zou kunnen worden’. Veel slagen om de arm, daar staan geen harde garanties tegenover.
Wiebes’ ‘Instemmingsbesluit’ gaat uit van 19,4 miljard kuub gaswinning bij een gemiddeld warm jaar. Het kan leiden tot een lagere winning van ca. 15 miljard, maar door diverse omstandigheden ook tot een aanzienlijk hogere, in het ongunstige geval hoger dan 20 miljard. Dat zou een piek zijn, met nieuwe risico’s op zware bevingen.
De grote onzekerheden bij het op het eerste gezicht zo mooi klinkende verhaal leverde een reeks van beroepschriften op van organisaties, lokale overheden en personen. Aan de hand daarvan werd Wiebes’ verhaal op 17 en 18 april uitgebreid bij de Raad van State besproken, onderzocht en soms gefileerd. Hoe zeker is het nu eigenlijk dat de winning snel teruggaat naar een (vermeend) veilig niveau? Wat zijn de risico’s toch weer door te gaan met een hoge winning, zoals afgelopen jaren steeds gebeurde? Voldoet het ‘Instemmingsbesluit’ aan door de Raad van State eerder gestelde eisen van rechtmatigheid? Bestaat er goed flankerend beleid ter vermindering van de winning en verhoging van de veiligheid?
Hoe belangrijk deze vragen en bezwaren zijn wordt duidelijk als wat verder wordt ingezoomd op het leven van de mensen in het aardbevingsgebied.
89 keer ‘Ik wacht’
De landelijke media besteden maar betrekkelijk weinig aandacht aan de bevingen, of er moet weer een opmerkelijk heftige zijn. Het regionale Dagblad van het Noorden doet dat wel. De aardbevingen hebben een enorme impact op het leven, zeker in de kernen, de epicentra van de aardbevingen. Maar ook daarbuiten. Kaarten van de omvang van het getroffen gebied laten vrijwel de hele provincie Groningen zien, ook de stad, en een flink deel van Drenthe. Daar wonen meer dan 500.000 mensen. Ca. een kwart daarvan heeft grote of kleinere schade. Soms zo groot dat mensen niet meer in hun eigen huis mogen wonen. Veel mensen wachten al jaren, soms meer dan zeven jaar op schadeafhandeling en versterking van hun woning.
Het Dagblad heeft een serie persoonlijke impressies, waarvan er nu 89 afleveringen zijn, onder de titel ‘Ik wacht’. Zie deze op internet: https://www.dvhn.nl/dossier/ik-wacht.
De verhalen zijn kenmerkend voor de ernstige situatie, het getraineer van de NAM en de bureaucratie. Zo is er een boer in Den Ham, ver van het centrum van het aardbevingsgebied, die op een breuklijn woont met daardoor een al in 2013 vastgestelde ernstige schade. De NAM paste echter bevindingen van schade-experts eigenmachtig aan, ontkende de relatie met de aardbevingen, weigerde steeds de reële kosten te betalen en probeert via druk op de gemeente onder motto van een ‘acuut onveilige situatie’ hem uit zijn boerderij te krijgen (DvhN 20-4-2019). Deze boer zegt: ‘Wiebes maakt goede sier met zijn verhaal dat de gasputten dichtgaan. Maar tot 2030 wordt er nog zeker 200 miljard kuub uit de bodem gehaald. En de kleine bevingen gaan maar door. Die zijn erger dan één grote beving. Want al die kleine bevingen vermalen je bedrijf.’
Een mevrouw uit Ten Boer zit – en met haar de hele straat – al 1400 dagen te wachten op een nieuw huis. Meer nog: ze wacht op de dag dat ze weer naar bed of naar haar werk kan zonder de vrees dat bij een volgende beving haar huis het begeeft. Met alle gevolgen van dien, voor haarzelf, haar dochter van 14 en de zoon van 10 (DvhN 13-2-2019).
Nieuwe schades worden niet meer door de NAM beoordeeld, maar door de ‘Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen’. Maar de NAM speelt nog steeds een rol, vaak een kwalijke.
Wat doet dat met het kind dat zijn hele jeugd met onveiligheid wordt geconfronteerd?
Bij het voorbeeld uit Ten Boer werd op de gevolgen voor kinderen gewezen. Kinderen die opgroeien in een onveilige woning, waar de ouders door de beving ziek of gestrest zijn, waar iedereen steeds praat over procedures, de NAM en het onrecht. Waar op school ook andere kinderen over die situatie praten. Situaties waar ze soms al zeven jaar inzitten. Dat is geen onbevangen jeugd, zoals die hoort te zijn.
Over deze situatie zijn – onder meer – rapporten geschreven door de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman. En kinderen komen uitgebreid aan het woord in het onderzoek van Elianne Zijlstra c.s. (RUG e.a.) ‘Een veilig huis, een veilig thuis’. Zo zegt een kind van 15: ‘Nou, als het zo doorgaat zie ik de toekomst als een stuk puin.’ (pag. 49)
Deze visie over de gevolgen voor kinderen en hun opvoeding speelde een rol in de zitting van de Raad van State. De minister spreekt over veiligheid, maar heeft hierover een veel te beperkt begrip. De Raad van State vroeg hier heel kritisch op door.
Maar de jongeren zijn zelf ook heel kritisch, een 19-jarige: ‘Zij hebben er geen last van, wat kan hun het een reet schelen. Zij verdienen er gewoon geld aan. En dat is hoe het kapitalistische systeem, zo werkt dat. En dat vind ik diep triest.’
Een afweging van niks ….
Het ‘Instemmingsbesluit 2018-2019’ is in verschillende opzichten zwak en onzeker. Dit besluit gaat uit van de onveilige winning van 19,4 miljard kuub per jaar, die door verschillende factoren kunnen oplopen tot een hoger niveau. Met dus ook meer kans op zwaardere aardbevingen. In dit besluit – en ook in het latere verweer van de kant van de minister – ontbreekt het aan een goed gemotiveerde afweging van belangen. De leveringszekerheid krijgt als het erop aan komt duidelijk voorrang boven de veiligheid en leefbaarheid, zonder dat een deugdelijke en expliciete afweging wordt gemaakt. De minister schrijft in zijn conclusie: ‘Hiertoe stel ik de productiehoeveelheid vast op 19,4 miljard kuub bij een jaar met een gemiddeld temperatuurprofiel, waarbij ik de nodige flexibiliteit geef om altijd aan de leveringszekerheid te voldoen.’
Aan de ene kant worden de veiligheidsrisico’s en de inbreuk op grondrechten van bewoners niet echt in de afweging betrokken; de minister formuleert de hoopvolle, maar volstrekt onrealistische wens dat er nu snel verbeteringen met betrekking tot de aardbevingen zullen optreden. En neemt dan zelf tegelijkertijd besluiten die strijdig zijn met het verhogen van de veiligheid, zoals het stil leggen van de versterkingsoperatie.
Aan de andere kant blijkt de leveringszekerheid toch minder onveranderlijk dan de minister in het ‘Instemmingsbesluit’ doet voorkomen. Het feit dat de vraag naar Gronings gas sneller afneemt dan voorzien, laat zien dat het mogelijk is om veel voortvarender toe te werken naar het relatief veilig geachte niveau van 12 miljard, als tussenstap naar versnelde volledige afbouw. In de argumentatie van de minister missen de overwegingen op dit punt: waarom zou het niet mogelijk zijn, gezien het belang van veiligheid voor de bevolking, actiever stappen te zetten naar minimalisering van de gasvraag? Laat de minister de regie nemen en komen met een stevig een plan voor versnelde terugdringing van de gasbehoefte, inclusief scenario’s die anticiperen op eventuele pieken in de gasvraag. Veiligheid moet daarin zwaarder wegen dan leveringszekerheid.
En wat is die leveringszekerheid nu precies? De Raad van State vroeg hiernaar. Een echt antwoord kwam er niet. Wel vroeg de landsadvocaat zich (wanhopig?) af: ‘Moet de winning dan afhankelijk worden van veiligheid en versterking?’ Dat kon hij zich niet voorstellen. Onbegrip: hier botsen de verschillende logica’s van sociaal leven en die van de markt.
…. dat leidt dus niet tot een veilige situatie
Bij de Raad van State stellen ca. 30 overheden, organisaties en bewoners (deels gebundelde) bezwaren aan de orde, die alle vragen het winningsbesluit van de minister te vernietigen. Zij wijzen op conclusies van deskundigen die ingaan tegen het hele beleid van de minister en de NAM bij de winning, de aanpak van schadeafhandeling en de versterkingsoperatie.
Zo is er kritiek van deskundigen op de NAM-aanpak die precies zegt te weten of een scheur in een muur al ouder was of door de bevingen is ontstaan. De NAM heeft keer op keer geroepen dat schade andere oorzaken had, tot grote frustratie van eigenlijk iedereen. Deskundigen zijn hier heel helder over. Je kunt niet alles weten, dus is er maar één faire oplossing: alle schade moet worden vergoed.
Bij de versterkingsoperatie wordt uitgegaan van het HRA-model (Hazard and Risk Assessment). Dit is echter door de NAM opgesteld, en aldus waarschijnlijk mede door ‘Shell legal’, het juridisch bureau van de Shell. Aan de onafhankelijke beoordeling van kapotte huizen en verdere risico’s wordt daarom door menigeen getwijfeld. De NAM zou toch ‘op afstand’ worden gezet?
Ook op andere rekenmodellen bestaat kritiek én soms op het juist ontbreken daaraan. Zoals dat veiligheidsrisico’s alleen geschat en afgewogen kunnen worden in termen van overlijdenskansen. De landsadvocaat aan het woord voor de Raad van State: ‘Een bredere visie op veiligheid en onveiligheid? Daar hebben we nu eenmaal geen model voor.’ Veiligheidsbeleid wordt in dat denken gereduceerd tot het risico op dodelijke slachtoffers en procedureel correct handelen.
Daarbij komt dat de bevingen nog steeds doorgaan. Deskundigen verwachten tot 2033 nog 80 bevingen boven 1,5 op de Schaal van Richter, waaronder 3 zware van 3.0 of 4.0. Ook wat dit betreft is de veiligheid in het geding.
De zittingen bij de Raad van State gingen dan ook vooral over de termen veiligheid versus leveringszekerheid. Ofwel over een sociaal beleid versus economisch profijt. De leden van deze Raad hebben deze en samenhangende begrippen scherp ontrafeld aan de hand van vele vragen aan de appellanten die vragen Wiebes’ besluit te vernietigen en met vragen aan de landsadvocaat. Deze laatste waagde zich geen millimeter buiten de door de minister hanteerde formuleringen, inclusief een zeer benepen en beperkte versie op veiligheid en leefbaarheid. Met de versterkingsoperatie zou het nu zeker goed komen, de garantie daarop werd echter niet gegeven.
12 miljard kuub moet de eerste stap zijn
Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft – met wat voorbehoud – een gaswinning van 12 miljard kuub een veilige winning genoemd. Of dat werkelijk zo is zal nog moeten blijken. Het is echter wel een perspectief om nu naar toe te werken. Daar werken de overheid en de NAM niet echt aan mee. Hun idee van leveringszekerheid is dat bij koude periode er meer gas gewonnen zou moeten worden, terwijl zo’n piek juist weer grote aardbevingen kan veroorzaken. Want het idee is dat een ‘vlakke’, zo regelmatig mogelijke winning minder pieken in de bevingen zal veroorzaken, wat pleit voor een regelmatige daling en afbouw van de hele winning.
Hierbij kan ook de vraag worden gesteld wat de rol van Gasterra is. Nederland moest immers de ‘Gasrotonde’, de gashub van Europa worden, en zo een grote, strategische rol spelen in de mondiale energiehandel. En dan valt met het Groninger gas opeens een flink deel van het eigen aanbod weg? Het is de vraag of alle belangen wel open op tafel liggen. Dat Shell en Esso in het verleden een cruciale rol speelden en een flink deel van de winst opeisten is wel duidelijk. Maar is hun toekomstbeeld zo anders?
Alles pleit ervoor de winning zo snel mogelijk te stoppen. Verminderde verkoop aan het buitenland, met name Duitsland en België is op korte termijn mogelijk. Naar 12 miljard als stap en een directe aanpak van de versterkingsoperatie! Waar schade is geen discussies meer, gewoon vergoeden, ongeacht de prijs!
Actief voor Groningen, toekomstgericht
In de jaren zeventig van de vorige eeuw liep de CPN voorop in de strijd om van Groningen geen wingewest te maken. Voor partijen als de PvdA en de PSP, en voor de vakbeweging was dat ook een thema maar toonden zij zich meestal minder actief en meer volgzaam ten aanzien van het Haagse beleid. Maar Groningen werd wel een wingewest. Afgelopen periode maanden kregen de SP en de SP-Gedeputeerde het verwijt in het gasdossier ‘te activistisch’ te zijn. Ook hier keken andere partijen vooral naar Haagse ideeën. Zij waren inderdaad niet activistisch, te passief, terwijl veel mensen nog op de afhandeling van de schade en versterking van hun woningen zaten te wachten.
Al dat wachten leidt onder de bevolking tot een wisselend beeld. De Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad, en soms dus linkse partijen, kleinere groepen, de FNV, Milieudefensie en tal van personen zijn zeker actief, maar er wordt keer op keer geprobeerd hen aan het lijntje te houden en oplossingen naar de toekomst te verwijzen.
In 2018 zette de minister de versterkingsoperatie stil onder het motto dat hij minder gas wilde winnen en dat dan – zei hij – ook de versterking minder nodig zou zijn. Al dat gezwam en getraineer kan niet anders dan passiviteit in de hand werken. Bij de verkiezingsuitslag voor de Provinciale Staten is er dit keer dan ook geen sprake van een ‘beloning’ van de meest actieve partij en werd vooral het miserabele standaardbeeld zichtbaar dat het slechts verkiezingen waren voor de Eerste Kamer.
Dit is een schets, het beeld van actie en optreden is wisselend. Lokale bestuurders komen op voor hun gemeente en ook bij de Raad van State werd scherp geanalyseerd hoe Wiebes’ politiek tekort schiet en gestopt moet worden. Tegelijk ligt het gevaar van moedeloosheid en achterkamertjespolitiek steeds op de loer.
Hierbij komt dat ook de Groningers weten dat een nieuw beleid een duurzaam beleid moet zijn, maar zijn ze het beu zijn steeds voor voldongen feiten geplaatst te worden. Dat blijkt bijvoorbeeld in de acties tegen grote windmolenparken. Je kunt voor windmolens zijn en toch enorm de pest erin hebben wanneer plotseling en geheel ongevraagd een grote industrie in de achtertuin dreigt te verrijzen. Dan blijkt er geen participatiesamenleving te bestaan. Met alle gevolgen, reacties én acties van dien.
De gaswinning verhoogt het grote risico van defaitisme, maar per saldo zijn er nog honderden mensen actief betrokken bij organisaties als het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodem Beweging.
Deze blog is ook verschenen op www.solidariteit.nl
De auteur is mede appellant bij de Raad van State, zoals beschreven in deze blog.