vrijdag 27 juli 2018

Ismail Kadare over macht, misdaad en ijdelheid


Jean-Claude Juncker en Donald Trump regelen het wel even. De hele handel op z’n kop. Het staat in alle kranten geschreven. Is het waarheid of ijdelheid? Als het niet waar is, wordt ieder voor de gek gehouden, terwijl er wel wat op het spel staat. Is dat een daad of misdaad?
    En andere types die zoveel beloofden en nu hun volk eerder knechten, helaas ook Nicolás Maduro en Daniel Ortega. Of wordt er teveel over één kam geschoren? Waarom houden machthebbers er niet gewoon mee op, als ze de toekomst toch niet hebben. Gewoon klaar, wegwezen. Hup, de vergetelheid in! Ga liever iets nuttigs doen.

Het zit zo diep in de menselijke natuur. Is dat de reden het maar zo te laten? Kritiek is er genoeg. De Albanese schrijver Ismail Kadare schreef toen Enver Hoxha de alleenheerschappij nog bekleedde al (vrij) kritisch over macht en misdaad. In zijn latere verhaal ‘De opvolger’  staat: ‘Er waren misschien nieuwe regimes aan de macht gekomen, andere gewoontes ontstaan en nieuwe kathedralen gebouwd, maar de misdaden die de mensen begingen, waren in wezen dezelfde. En altijd was het zo dat de naijver die daaraan ten grondslag lag, snel scheen te zijn vergeten, maar onderhuids voortwoekerde om op een gegeven moment weer in alle hevigheid tot uitbarsting te komen.’

Macht, naijver, praalzucht, gaat het om unieke inzichten? Eerder is dit een van de grote thema’s van de literatuur én van veel religieuze vermaningen.
      Voorbeelden te over, zoals bij tijdgenoten Niccolò Machiavelli en Desiderius Erasmus. Machiavelli schrijft bijvoorbeeld in ‘De heerser’: ‘Want de mensen zijn nu eenmaal slecht, en ze worden pas goed als een of andere omstandigheid hen daartoe dwingt.’ (171). En ook: ‘Want het doel dat het volk nastreeft, is hoogstaander dan wat de aanzienlijken beogen, aangezien deze laatsten willen onderdrukken en het volk alleen maar niet onderdrukt wil worden.’(102)

Leidt het gedrag van de heerser of politicus tot eeuwige roem? Nauwelijks. Noem de namen van machthebbers van weleer en de meeste mensen zullen je glazig aankijken. Tenzij ze iets blijvends voortgebracht hebben, dat verder reikt dat een bronzen standbeeld. Hoe groot je je ook voordoet, vergetelheid zal voor de meesten het lot zijn.
      Erasmus schrijft in de ‘Lof der zotheid’: Is niet de oorlog de bron van alle heldendaden en het veld van eer? En wat is er nou dwazer dan om willekeurige redenen zo’n strijd aan te gaan waar voor beide partijen altijd meer ellende dan goeds van komt? Degenen die sneuvelen, komen niet in het verhaal voor.’ (pag. 80-81) Hoogmoed sleept een volk mee in de val van de heerser.

Er wordt er veel strijd aangegaan die uiteindelijk vooral verliezers oplevert. Ook bestaat echter het omgekeerde, dat de strijd schijnbaar wordt vermeden, maar de geboden oplossing slechts uiterlijk vertoon is. Om ook maar snel te vergeten.






Bronnen:
- Ismail Kadare, De dochter van Agamemnon en De opvolger, Van Gennep, Amsterdam 2007, p. 222.
- Niccolò Machiavelli, De heerser, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2009, pp. 171 en 102.
- Desiderius Erasmus, Lof der zotheid, in Verzameld werk, deel 2, Lof en Blaam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004, pp. 80-81.