De natuur kent voor levende wezens tal van grenzen, waar ze maar niet zomaar overheen kunnen gaan. Toch worden in de evolutie vaak aangeleerde (nieuwe) vaardigheden stukje bij beetje bewaard door ze over te dragen aan nakomelingen. Dan is er in zekere zin sprake van aangeleerde kennis die als mechanisme voortleeft, een resultaat van de evolutie.
In de filosofie is het een oude kwestie of kennis aangeboren kan zijn of alleen maar het resultaat is van een leerproces. Zo zijn er ook in de pedagogiek, psychologie, biologie en ethologie (gedragswetenschap van dieren) er de nodige zakelijke én verhitte discussies over gevoerd. Er bestaat misschien geen aangeboren feitenkennis, maar een aangeboren herkenningspatroon of neiging tot bepaald gedrag dat het voortbestaan bestendigt, kan er wel zijn. En als dat er is, kan er ook weer beter mee geoefend worden. Is dat ook niet een ‘soort van’ kennis? En is dat niet ontstaan uit eerder vertoond gedrag van de voorouders?
In de biologie c.q. ethologie zijn veel experimenten gedaan over bestaande gedragspatronen, en in wat voor omgevingen en uiteenlopende situaties die kunnen optreden. Wat zit in de aard van het beestje en wat leert hij door het vaker te doen, dus door oefening? En als die oefening lukt, ontstaat er dan niet een groter speelveld van de vrijheid, een groter palet van handelingsmogelijkheden? De natuur stelt grenzen, maar soms verschuiven die in de interactie van omgeving en het gedrag van het dier. Het lijken wel mensen.
Dit verzin ik allemaal – natuurlijk met wat eerder gelezen literatuur in mijn achterhoofd – wanneer ik een paar stadsduiven in de achtertuin bezig zie. Het zijn er vier, maar eentje valt het meeste op.
Die duiven zitten er normaal gesproken niet vaak. Maar wanneer eind januari het wat kouder dreigt te worden, hang ik van die kleine voedselcontainers in de tuin, met noten en zaden. Bedoeld voor de schattige zangvogels natuurlijk, maar binnen de kortste tijd bivakkeren er 2 à 4 assertieve stadsduiven in onze tuin. Ze zitten graag op een van de vogelhuisjes, houden alles in de gaten en elk vallend zaadje wordt snel opgepikt.
Eerst bleef het daarbij. Wachten, kijken en soms een zaadje pikken. Jammer voor de vinken, want op de grond ligt er zo wel wat minder. En als dan een koolmees bij zo’n container komt en wat zaadjes pikt, valt er wat op de grond. Dan komen onmiddellijk de duiven in actie. Ze anticiperen erop in hun afwachten. Hun niets-doen geeft de duiven vrijheid, want juist het geduld wordt beloond.
Maar één duif laat het er niet bij zitten. Althans na een paar dagen niet meer. Hij vertoont leergedrag in stapjes. Eerst eet hij met de andere vogels de bodem half kaal, dan wacht hij op de vallende zaadjes met behulp van vriend koolmees die de container doet slingeren, maar op een zeker moment zet hij een volgende stap.
Kennelijk ziet hij dat er niet alleen zaadjes vallen door een mispikken van de koolmees, neen, de slingerbeweging van de containers veroorzaakt ook vallen van zaadjes. De duif houdt zijn kop scheef en lijkt er over na te denken. Op een zeker moment vliegt hij vrij hard naar de container, botst er lomp tegenaan en inderdaad, er vallen heel wat zaadjes.
En dit één keer? Neen, hij gaat het vaker doen en nog wat doeltreffender.
Het duivenleerproces staat daarmee echter nog niet stil. Terwijl er normaal alleen mezen en een roodborst op de fijnmazige container zitten, bedenkt de duif dat hij het misschien ook kan. Een kraai probeerde dat ook eens, was hij daarbij?
En jawel, met veel gefladder zien we opeens de grote duif op de kleine container. Druk fladderend, geen gezicht, maar er vallen intussen veel zaadjes op de grond. Daarna lijkt de duif zo trots als een pauw rond te lopen, maar dat zal wel verbeelding zijn.
Per saldo heeft minstens één duif in ca. 10 dagen zijn gedrag aardig aangepast aan de tuin en aan wat daar verder plaatsvindt. Is dat geen spoedcursus? In ieder geval laat het beest weer eens zien dat meer vaardigheden die bij zijn omgeving passen voor hem een beetje meer vrijheid betekenen.
Hij kan iets wat hij eerst niet kon, misschien nog een beetje krakkemikkig, maar hij smult er wel van. Of hij slimme nakomelingen krijgt vertelt dit verhaal uiteraard niet.
De natuur kent tal van grenzen. Vrijheid betekent hier iets meer dan netjes binnen die grenzen rondscharrelen, het is ook deze proberen aan te tasten. Grenzen verleggen.
Is het hebzucht, is het een vrijheid uit noodzaak? De duiven in onze buurt hebben in feite helemaal geen honger. Ze hoeven niets anders te doen dan pikken, eten is er genoeg.
afwachten
veel gefladder
evaluatie
P.S. Een dag later: de duif heeft nog een methode gevonden. Op een dun takje gaan zitten boven de zaadcontainer, dan buigt het takje en komt zaad binnen snavelbereik. Of die dit ook vaker zal gaan doen? De tijd zal het leren.