Zorg, het zal me een rotzorg zijn? Zo is het niet helemaal. Ook in een kapitalistische maatschappij bestaat een collectieve sector, die tal van voorwaarden voor het voortbestaan van het economisch stelsel vervult. Maar als het kan graag op een koopje!
Niet een stelsel van zorg staat centraal met een bijbehorende economie die daartoe de middelen verschaft, maar een stelsel dat zich richt op winstmaximalisatie. Daarbij zijn nu eenmaal werkers en consumenten nodig (nog wel!) die begrijpelijkerwijs dus voorzieningen nodig hebben. Een vervelende kostenpost. Dat kapitalistische idee wordt tot op de dag van vandaag royaal gesteund door de overheid, door de zorg te kortwieken en voor de bedrijven belastingen te verlagen.
Dat per saldo aan mensen nodige ondersteuning wordt onthouden en tegelijk de ongelijkheid tussen personen en groepen ermee in stand wordt gehouden, wordt op de koop toe genomen. Het (neo)liberalisme heeft immers voldoende machtsposities dit voorlopig zo te doen.
De collectieve sector bestaat niet alleen uit zorg, zoals ieder weet. En crisissituaties bestaan niet alleen bij wijkverpleging en bijvoorbeeld ziekenhuizen, maar ook bij politie en leger. Opmerkelijk afgelopen periode te zien, dat daar waar bezuinigingen zover zijn doorgeschoten dat het systeem eronder kraakt, er afgedwongen kwaliteitsimpulsen nodig waren om de ellende echt goed aan de orde te stellen.
Dus niet het tijdig goed afgewogen rationele argument telt, niet de redelijke kennis die ruimschoots voorhanden is, maar eerder een situatie die om een onvermijdelijke kwalitatieve input vraagt of een incident met zo’n impact dat het wel besproken móét worden. Zie deze voorbeelden van zo’n niet meer te vermijden input:
Input 1: de nationale politie. Het smeermiddel voor de overhaaste reorganisatie in de ‘persoon’ van de omgekochte (?) Centrale Ondernemingsraad werkte te buitensporig, onwettig. Werd er iets toegedekt? Dat roept een hele discussie op over het beperkte succes en het falen van de nieuwe politieorganisatie.
Input 2: het leger. Argumenten tegen de bezuinigingen waren er al lang, vertolkt door overtuigde en welbespraakte militairen. Spot viel het leger eerder ten deel, poefpoef, maar dat hielp niet. Een incident met dodelijke slachtoffers was nodig om de zaak echt op scherp te stellen.
Hoe je ook over de veiligheidspolitiek van de Nederlandse natie mag denken, je stuurt geen jongens het veld in met onvoldoende middelen, dat is evident moreel verwerpelijk.
Input 3: de zorg. De zorg kent tal van facetten. De bezuinigingen en het door de nationale regering over de schutting kieperen van verantwoordelijkheden, de vele ontslagen, het riep acties, verzet, het mooie initiatief voor een Nationaal Zorgfonds, en ook nog tal van ijzersterke argumenten op.
Het hielp nauwelijks, ondanks alle informatie en argumenten. Tot onder druk en misschien op een moment van onoplettendheid de ‘geniale zet’ werd gedaan om het Zorginstituut Nederland naar de verpleeghuiszorg te laten kijken. Om een bindende uitspraak te doen. En ja, als het gewoon om echte, haast vanzelfsprekende kwaliteit gaat, deugt het allemaal niet.
Resultaat: meer dan 2 miljard extra voor de (intramurale) verpleeghuiszorg. De dwang van een echte en beslissende kwaliteitseis, dus op inhoud gericht, doet wonderen. Redelijkheid met macht, dat blijkt de goede combinatie.
De nieuwe rechtse regering wil het hier natuurlijk niet bij laten. Ze wil dat de ambulante zorg voor jong en oud, geestelijke gezondheidszorg, de ziekenhuizen en andere zorgvoorzieningen nieuwe miljarden ophoesten. Twee miljard extra naar de verpleeghuiszorg? ‘Dan pakken we dat elders wel weer af’, lijkt men te denken. Met het smoesje erbij dat deze financiële opgave weliswaar moet, maar er natuurlijk nog wel zorgconvenanten moeten worden afgesloten. Als dat gebeurt wordt de zorgverlener ook nog medeplichtig gemaakt.
De inhoud en kwaliteit komen dus weer ver achter het financiële verhaal aan. Redelijkheid zonder macht. Eerst de wurggreep, dan pas de kwaliteit, de inhoud. En zonder verassende ingreep – zoals bij de drie genoemde punten – en zonder massale actie, zal de discussie over kwaliteit niet zoveel voorstellen. Bijvoorbeeld door de angel uit het parlementaire debat te halen door onderzoeksvoorstellen te doen en echte antwoorden op de dringende vragen door te schuiven naar Sint Juttemis.
Het gaat om zorg en welzijn voor de bevolking, maar het blijkt zo ook een strijd tussen kwantiteit en kwaliteit.
Allemaal het oude liedje? Terecht steken de linkse partijen, vakbonden, ouderenbonden en allerlei burgerorganisaties de koppen bij elkaar om macht te vormen tegen de nieuwe verslechteringen die ingrijpen in het dagelijks leven.
Het zou mooi zijn die nieuwe samenwerking vast te houden, uit te breiden, de visies op alles wat politiek niet deugd verder uit te diepen, alternatieven te bedenken, en een stelsel te bevorderen waarin het rijke Nederland in de eerste plaats goede zorg biedt waar dat nodig is. Een gewone prioriteit.
het Nationaal Zorgfonds, een goed initiatief!