woensdag 9 maart 2016

Mokkende massa, angst voor vrijheid? Erich Fromm


Tegenwoordig is er ongeveer elke dag wel ergens een demonstratie met als motto ‘we zijn niet tegen asielzoekers maar wel tegen deze asielzoekers en tegen dit asielzoekersbeleid.’ In het algemeen vóór en concreet tégen. Geloofwaardig? Je zult maar moet vluchten. In het algemeen moet je dat dus maar doen in hoge nood, maar in jouw situatie moet je er toch maar niet aan beginnen. Een discussie waar geen mens vooraf over nadenkt.

Met andere woorden: wel hoge abstracte beginselen, maar de deur stevig op slot als erop wordt geklopt. Europa. Wat is dat? Echte politiek, want er zijn in ieder geval de nodige drogredenen in het spel. En er is even een rustmoment nu ieder vol spanning kijkt naar het Turkse pokerspel, hoe loopt dit af? Menswaardigheid staat in ieder geval niet centraal, al zijn er gelukkig ook daartegen veel tegenstemmen en mensen die de mouwen opstropen om te helpen.

De media verluchtigen genoemde demonstraties van de boze burger graag met foto’s. Liefst heel grote kleurenfoto’s. Kijk eens in de kranten en zoek een kleine foto van zo’n wijzijntegendemonstratie. Grote zijn er veruit het meest. Zoek gelijk ook eens een grote foto van een linkse demonstratie. Dat betekent een poosje zoeken. Verschil moet er zijn…

Op die kleurenfoto’s lopen vaak grote mensen met een soort legerpakken. Waarom zou dat zijn? Schrikt dat af of zo?
      Je weet het niet helemaal zeker, maar als ik dan weer eens het beroemde boek van Erich Fromm (1900-1980) ‘De angst voor vrijheid’  erbij pak, komt veel me bekend voor. Dit hier en daar wat gedateerde maar over het algemeen heel overtuigende boek, schreef Fromm in 1941. Het legt de diepere oorzaken bloot van het nazisme, uitgelegd als een vlucht in autoritarisme, destructivisme en conformisme. Een vlucht ergens in, maar ook een vlucht van iets weg, van de vrijheid.

De vlucht van de vrijheid is een angstige handeling, een daad, zij het een vaak onbegrepen daad. Fromm onderscheidt inderdaad een vlucht in iets en een vlucht van iets.
      Vrijheid heeft bij hem een dubbele betrekking: vrijheid van iets en een vrijheid tot iets. Bijvoorbeeld kan vrijheid van knellende banden emanciperend zijn, maar ook een nieuwe verantwoordelijkheid tot anderen of de samenleving inhouden. Zo is de vrijheid van meningsuiting eigenlijk een vrijheid van een verbod dat je niet alles mag zeggen, maar houdt dit ook in dat je – als je bewust je vrijheid neemt – eerst goed nadenkt voor je er van alles maar uitkraamt. Omdat de vrijheid van meningsuiting een betrekking tot de luisteraar betekent. En als je misschien alleen maar wilt bewijzen dat je er heel wat durft uit te kramen, is dat vooral een vorm van onnadenkendheid. Je toont je lulligheid.

Of het perspectief van vrijheid ‘van iets’ en ‘tot iets’ positief of negatief is, hangt mede sterk af van datgene waartoe hier de verhouding wordt gedacht. Vrijheid kan een algemeen beginsel, houding of gevoel zijn, maar in de relatie tot anderen wordt deze vrijheid concreet. Concreet als grote vrijheid of misschien omgekeerd als beperking, en vaak vooral juist als een verband tussen beide aspecten tegelijk. Een vrijheid nemen laat de grenzen ervan zien. Vrijheid is onthullend, misschien is dat ook beangstigend.

Fromm oordeelt kritisch over de mens van zijn tijd, die angstig is voor werkelijke vrijheid en weggevlucht is naar allerlei pathologisch en politiek negatief gedrag. Fromm: ‘Maar terwijl menige redelijke twijfel werd opgelost door redelijke antwoorden, bleef de irrationele vertwijfeling bestaan en deze zal blijven bestaan zo lang de mens niet van negatieve naar positieve vrijheid is voortgeschreden.’ (p. 64). Deze zin slaat op een bepaalde historische periode, maar komt in vele varianten in zijn boek terug. De irrationele vertwijfeling overheerst omdat mensen hun mogelijke werkelijke vrijheid niet aandurven.

Vluchtgedrag wordt echter vaak toegedekt met rationeel klinkende woorden. Daar moest ik pas aan denken toen een dagblad schreef dat in Nederland ongeveer een half miljoen mensen wel aan een of andere schadeclaim meedoen.
      ‘Schadeclaimers van alle dorpen en steden, verenig je!’ Klagen in plaats van strijden. Maak winst op je nadeel! Marktwerking ten top. Geen stevige actie voor verbetering, maar mokken. Je klacht zien te verzilveren in euro’s en verder de boel de boel laten.
    Ik denk dan aan Fromm die schrijft dat nieuwe leiders – de opkomende elite – vaak appelleren aan ‘de onrust van de mokkende massa’. Zij worden in naam tegemoetgekomen, maar zijn dan nog steeds niet vrij, zelfbewust en initiatiefrijk. Hun onvrede wordt gekanaliseerd in het belang van anderen die echt profiteren.

Al staat deze onrust van ‘de mokkende massa’ in een ander historisch verband, het gaat Fromm om structurele kenmerken. Hij gaat hier diep op in, historisch, psychologisch, sociologisch en met een uitleg hoe de sociaaleconomische geschiedenis en knellende verhoudingen er bij deze vragen ook toe doen.
    Een oplossing? Onder meer je verantwoordelijkheid echt nemen, voor je leven, voor de maatschappij en de cultuur. Die is per saldo groter dan het eigen dorp, groter dan de grootste stad, groter dan ons land en ook nog dan Europa. Natuurlijk moet je dan ook keuzes maken. Niemand kan alles tegelijk doen, maar altijd is er wel iets mogelijk dat ertoe doet.

Het kan geen kwaad Fromms boek weer eens te lezen. Voor de tv-kijker, de krantenlezer, de scholier die een werkstuk moet schrijven, voor iedereen dus. Nieuwsuur, andere actualiteitenprogramma’s en de hedendaagse politieke verhoudingen worden er een stuk begrijpelijker van. Zelfs als niet alles in dit boek nog actueel is, veel ervan is dat zeker wel.





Erich Fromm, De angst voor vrijheid, De vlucht in autoritarisme, destructivisme, conformisme, 5e druk, Uitgeverij Bijleveld, Utrecht 1971. Er zijn meer uitgaven van dit boek.




 
Erich Fromm