dinsdag 12 maart 2013

Dieren in nood helpen?


De Waddenvereniging vraagt lezers van ‘Wadden’  mee te denken over dieren in nood. Johannes de bultrug is de aanleiding. Moet je altijd helpen? Dat is de essentie van de verschillende vragen met daarbij alvast de vier opinies van Kees Moeliker, Midas Dekkers, Marianne Thieme en de Zeehondencrèche samen met Black Fish en Sea Sheperd.
Wat vindt U? Wat vind ik?

Moeliker en Dekkers laten zien dat je over leven en dood in de natuur ook nuchter moet zijn. Sterven gebeurt nu eenmaal en met hulp houd je soms slechts zieke dieren ‘op de been’, niet echt dus. Dekkers beschrijft de psychologie van het schuldgevoel. Oké, de verklaringen kloppen, niet al te dramatisch doen. Maar met een goede verklaring heb je nog geen norm wat en wanneer je iets moet doen of moet laten.

Zet het eens op een schaal van normativiteit: noodzakelijk – goed – nuttig – laat maar – slecht. Daar kun je dan heel wat kwesties op loslaten waarbij de ogenschijnlijk best passende norm met de daarnaast liggende kan worden vergeleken.

Bijvoorbeeld die huiskat van Dekkers die met een vogeltje in zijn bek thuiskomt. Ik zou zeggen ‘laat maar’, het is al gebeurd, ‘Eet smakelijk poes!’ Maar daarmee is de kwestie niet af. Stel dat die poes een vogel wil pakken die het door mij gestrooide voer opeet, en ik zie dat op tijd, dan is de leuze: ‘Hup kat, wegwezen!’. En van een meer ‘noodzakelijk’ perspectief om zorgzaam te zijn voor de natuur, zet ik vervolgens de voederbak wat hoger, zodat de kat er niet meer bij kan. Vanuit het feit dat ik nu meer weet dan daarvoor, handel ik anders. Dat moet ik doen, ook dat is een norm.

Het criterium ‘noodzakelijk’ is het meest algemene. Dat speelt voor de zorg voor natuur en leefomgeving, een uitgangspunt. Voor concretere kwesties zijn de andere normen of varianten erop nuttig. Oefen een keer met een nepbultrug (een heteluchtballon vol met zand bijvoorbeeld?) of er een volgende keer wat beters te doen is.
Of zeehonden redden terwijl er genoeg zijn? Voor de natuur als totaliteit is het misschien niet noodzakelijk, maar daarmee nog niet slecht, en waarschijnlijk eerder nuttig of goed. Zelfs met een aaibaarheidsverhaal en het plausibele de-natuur-zijn-gang-laten-gaan-idee van Dekkers kun je zeggen dat het mooie punten zijn voor natuureducatie. Je kunt het relativeren, maar daarmee zijn gewoon goede, nuttige of aardige handelingsvarianten nog niet helemaal taboe.

Het zal vaak zo zijn dat we nuchter kunnen blijven en toch een handje helpen. Zeker als we bedenken dat de mensheid gemiddeld nog vaak de verkeerde kant op ‘helpt’. Zo vond ik op het strand eens een nog levenslustige Jan van Gent, helemaal verward in visdraad. Dan help je toch even?

Noodzakelijk is respect voor de wereld en de natuur. Concreet is er veel te doen, waarom dat te laten? Inderdaad moet je het laten als we niet echt helpen, maar slechts de schijn ophouden. Helpen en respecteren kan echter ook slaan op een enkel exemplaar, dus even los van de vraag hoe het er met de soort voor staat.
Nuchter gezien zal die ene norm die alle dilemma’s oplost wel niet bestaan. Als dat maar geen smoesje wordt om niets te doen waar dat wel zinvol is en heel goed kan.





Zeekoet op het strand