zondag 14 oktober 2012

Geen kandidaten voor de Nobelprijs van de Vrede?


Sommige mensen klagen erover dat de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede krijgt. Gefeliciteerd, alle burgers krijgen hem een beetje. U en ik ook. Die prijs had ik nog niet. En wie had hem dan moeten hebben, waar ter wereld zijn vredesbewegingen die veel voorstellen?
      Dat is natuurlijk het trieste. Gelukkig zijn er overal ter wereld duizenden mensen, groepen en instellingen die zich voor de vrede en hulp aan slachtoffers van oorlogen inzetten. Maar sterke lokale of globale vredesbewegingen zijn er te weinig.

Dat is zo’n vaak optredende paradox. Wat het meest nodig is, is het verste weg. Logisch natuurlijk, want dat bepaalt nu precies de urgentie. Maar vrede en oorlog lenen zich niet voor woordspelletjes, nooit niet en zeker nu niet.

Het denken en handelen van de EU verdienen niet zomaar de prijs. Bondgenoot de VS maakt nieuwe wapens zoals de drones en zet deze in, waarbij burgerslachtoffers vallen in een land waar ze niet eens oorlog mee hebben. Geen of weinig protest. Vliegt er een drone naar Israel, wat natuurlijk ook betreurenswaardig is, dan is de wereld te klein, want die komt van de vijand.
      Net zo vanzelfsprekend lijkt het hier dat EU-landen als Frankrijk en Groot Brittannië kernwapens hebben, en dat als Iran ze dreigt te krijgen het doodnormaal is dat je dat land dan moet aanvallen. De discussie op de Nederlandse tv gaat dan alleen maar over hoe de vernietiging van Iraanse kernwapens het beste kan slagen. Misschien is Iran een vijand, maar als dat zo is, is de EU dat dus ook voor Iran? Met zulke cynische discussies verdien je geen prijs voor de vrede.
      Of onze vrije pers schrijft als vanzelfsprekend dat het Syrische regiem de schuld heeft aan verharding en radicalisering van moslimgroepen. Ja natuurlijk, maar al die wapens die kennelijk overal ‘vrij’ verhandeld worden, ligt ook daar geen oorzaak en bestaat er dus schuld? Is de prijs verdiend? Hoe sterk is de inzet voor vrede van de EU dan wel?

Een sterke vredesbeweging en acties tegen wapenhandel zijn noodzakelijk, evenals de urgentie van ideologische versterking om actie en strijd geweldloos te voeren. Meer inzetten op pacifisme. Zoals om drones en andere nieuwe wapens, die ieder land binnen de kortste tijd kan kopiëren, internationaal te verbieden. Dat zou stabiliseren en eendracht bevorderen.

Ik geef de prijs liever postuum aan Benedictus de Spinoza (1632-1677). Hij verdient hem wel. Spinoza schrijft in ‘De politieke verhandeling’: ‘Want de vrede bestaat, zoals we zeiden, niet in het ontbreken van oorlog maar in de vereniging der zielen en in eendracht.’ En: ‘De staat verder, wiens vrede afhangt van de traagheid van de onderdanen, die zich namelijk als stukken vee laten leiden om slechts te leren dienen, kan beter betiteld worden als eenzaamheid dan als burgerlijke samenleving.’

Europese Unie, staten en onderdanen kunnen nog wat leren. Van het bedrag van de prijs kan de EU het beste al haar burgers in hun eigen taal Spinoza’s ‘Politieke verhandeling’ cadeau doen. Dan wordt de prijs een stuk passender.





Benedictus de Spinoza (1632-1677)



Actie tegen wapenhandel, zie  www.stopwapenhandel.org


 
Bronnen van de citaten: Benedictus de Spinoza, (Hoofdstukken uit) De politieke verhandeling, Vertaling door W.N.A. Klever, Boom, Meppel, Amsterdam, pp. 81 en 77.