Vier keer blauwborsten, wat een weelde. Tot voor kort zag ik ze nauwelijks. Nederland moet vernatten voor – zegt men – de blauwborsten en andere rietvogels. Dat werkt kennelijk en is nodig. Oké, helemaal mee eens.
Maar de drogere ‘klassieke’ gras- en akkerlanden staan onder druk. Ze verdwijnen, verschralen en veranderen in ieder geval. Jammer voor de grutto’s en leeuweriken. Dat is ernstig. Ik kan wel beweren dat ik binnen diezelfde tien dagen de geelgors en heel wat gele kwikstaarten heb gezien tussen Oud Annerveen en Kiel-Windeweer. Maar ja, die leeuweriken. Vier keer blauwborsten staan op deze dagen tegenover twee veldleeuweriken. Een bij het Schildmeer en een op Schier in de Oosterkwelder.
Het zou heel jammer zijn als de blauwborstweelde een nog grotere leeuwerikenarmoede betekent, hoe mooi het blauwborstje ook is.