vrijdag 22 april 2011

Blauwborstweelde

Afgelopen weken heb ik binnen tien dagen vier keer blauwborsten gezien. De eerste keer was ik te voet met vogelaars bij het Schildmeer. Daarna op 15 april op Schiermonnikoog op m’n eentje wandelend achter de stuifdijk ter hoogte van paal 9 (zie de foto). Daarna zag ik ze twee keer toen ik eerst op de Randonneur en een paar dagen later op de racefiets de Westerbroekstermadepolder doorkruiste. Bij de spoorbaan eerst een mannetje, daarna een vrouwtje.

Vier keer blauwborsten, wat een weelde. Tot voor kort zag ik ze nauwelijks. Nederland moet vernatten voor – zegt men – de blauwborsten en andere rietvogels. Dat werkt kennelijk en is nodig. Oké, helemaal mee eens.

Maar de drogere ‘klassieke’ gras- en akkerlanden staan onder druk. Ze verdwijnen, verschralen en veranderen in ieder geval. Jammer voor de grutto’s en leeuweriken. Dat is ernstig. Ik kan wel beweren dat ik binnen diezelfde tien dagen de geelgors en heel wat gele kwikstaarten heb gezien tussen Oud Annerveen en Kiel-Windeweer. Maar ja, die leeuweriken. Vier keer blauwborsten staan op deze dagen tegenover twee veldleeuweriken. Een bij het Schildmeer en een op Schier in de Oosterkwelder.

Het zou heel jammer zijn als de blauwborstweelde een nog grotere leeuwerikenarmoede betekent, hoe mooi het blauwborstje ook is.