Dat is een moeilijke vraag, omdat een goed antwoord een serie lagen van de werkelijkheid moet omvatten. Immers, het gaat om: ‘serieus zijn’, onze tijd, de tijd in het algemeen, mogelijkheden en onmogelijkheden, enzovoort. Of dat juist niet, gelijk zeggen welk aspect je als breekijzer voor de ethiek wilt gebruiken. Maar kan dat serieus wel? Laten we eerst eens globaal kijken en dan toespitsen, levert dat een stevige of ware ethiek op? En waar gaan we deze ethiek dan vervolgens gebruiken?
Laten we eerst ook eens naar de term ‘onze tijd’ kijken, een begrip waar ook heel wat soorten kennis bij horen. Denk aan de wetenschap. Dat is een groot deel van ‘onze tijd’, ingepakt, maar dat dan heel tijdelijk en vervolgens steeds weer opnieuw. Daar moet een ethiek die ertoe doet toch een visie over hebben? Is dat een pessimistische, optimistische of moreel neutrale visie? Dat is al een moeilijke vraag alleen al. Moet die eerst of juist het laatste beantwoord worden? En waarom geen andere invalshoek gekozen?
Voor we het weten zitten we aan alle kanten vast aan woorden, daden en gevolgen op tal van zijpaden van de werkelijkheid. En dan natuurlijk de mens nog, daar is deze moraal toch voor bedoeld? Pessimistisch versus optimistisch, ik durf te stellen dat ons tijdperk beide inhoudt. Pessimisme heeft sterke papieren: zie de oorlogen woeden op plaatsten waar kortgeleden nog vrede heerste. Worden die nog stopgezet? Door wie? Maar het optimisme stelt daar wel wat tegenover: tal van nieuwe apparatuur die paal en perk helpen stellen aan de strijd. Oja, dat is politiek naïef. En die naïviteit is ethisch mooi, maar toch niet erg realistisch? Maar dan, is serieuze ethiek, die leidt tot handelen, toch nergens meer aan de orde?
Wat we ook zeggen, elke bewering over een denkbaar alternatief roept nieuwe mogelijkheden op, dan glibbert de ethiek tussen je vingers weg. Dat is realisme of realistisch. Maar dat was de vraag niet! Ethiek gaat over beoordelingen van mensen en dingen, en over toekomstperspectieven. Daar valt genoeg over te zeggen en te beoordelen, maar geeft nog geen ‘objectieve’ maatstaf voor recent actuele en toekomstige stellingnames. Maar een toekomst zonder morele principes en ideeën over leven, vrijheid, digitalisering enzovoorts is ook onvoorstelbaar. Toch? De oplossing van de gestelde vraag lijkt zich te verstoppen en te presenteren tegelijk. Terwijl we over de inhoud eigenlijk nog niets gezegd hebben.
Hier grijp ik in, kortheidshalve, als soort doorzichtige discussietruc. We slaan de werkelijkheid zoals die zich aandient in deze tekst bijna helemaal over. Geen beschouwingen over wapensystemen of over onze zorg voor de zorg, maar eerst proberen een werkende oplossing op tafel te leggen, en dan de verificaties. Werkend, niet per se alles omvattend.
In mijn – achterhaalde? – boek ‘Godsdienstkritiek, respect en actieve tolerantie, Feuerbach herlezen’ noem ik een oplossing van vrijheidsvraagstukken aan de hand van het werk van Rosa Luxemburg (1871-1919). Het gaat in dat werk onder meer om het vrijheidsvraagstuk op te lossen. Heeft een vrijgevochten geest geen zekere inperking nodig om werke1ijk als vrijheid ervaren te kunnen worden, objectief en subjectief tegelijk? Daarin speelt dus de ethiek van de ander of het andere. De stem van de ander, de medemens. Daarnaar luisteren. Luisteren naar de medemens als openbaring van de (totale) werkelijkheid.
Door hier ‘het andere’ te benoemen sla ik in een klap, heel oneerbiedig dus, een hele reeks relevante historische filosofen over, ik weet het, maar wil nog vooral de waarden van de ethiek van de ander en het andere naar voren brengen.
Luxemburg – kort gezegd – stelt dat vrijheid die ertoe doet de vrijheid van de andersdenkenden is. Zij stelt dit in een tijd waar de belangrijkste burgerlijke vrijheden voor het volk nog niet door strijd verworden was. En ook kunnen we zeggen dat Luxemburg de waarden van de vrijheid als strijd verworvenheid oprekt. Daarmee houdt zijn een belangrijk principe recht overeind.
In een discussie moet je dat eens proberen, luisteren naar de andersdenkenden. Het is moeilijker dan je denkt, zeker als je dat radicaal doet. Vrijheid en het gebruiken van nieuwe mogelijkheden en toepassingen groeien in kracht wanneer ze benoemd en erkend als waardevol worden.
Denken vanuit jezelf ‘inleveren’, denken en handelen vanuit personen en sociale initiatieven en handelen op grond van dergelijke principes. Destructie en wapenwedloop passen dan slechts in en vanuit verouderde principes. Een ethisch kader dat vrijblijvendheid passeert, opheft, hoe je het ook wilt noemen, zij kunnen een verrijking zijn en het egocentrisch principe overtreffen. De verschillende bestaansvoorwaarden van mens en dier in hun waarde laten, sociaal collectief handelen en denken, daarin mensen scholen en opvoeden.
Is serieuze ethiek in onze tijd mogelijk?
Verrassenderwijs wordt de gestelde lastige vraag tot op zekere hoogte wél opgelost. Inderdaad dan slechts tot ‘tot op zekere hoogte’, maar dat is al meer dan meestal kan. Rekening houdend met het maatschappelijke niveau waarop een vraagstuk zich presenteert.
Uitgaan van algemene belangen en antwoorden uit de massa, als dat werkelijk voorop stond zouden van de oorlogen die nu plaatsvinden heel andere gezichtspunten naar voren komen dan nu het geval is. Waarop dus ook ‘geacteerd’ kan worden. Kijk bijvoorbeeld naar Oekraïne of naar de feitelijk irrationele, sterk overdreven begerige blik van China op zijn omgeving. Concretiseer het uitgangspunt van ‘de ander’ op de natuur. Die zegt zoveel! En dat geldt ook voor in de materie opgeslagen waarden en alle ecologie.
Zie echter daar tegenover het drastische maar overheersende principe dat van alle rijkdommen die op de wereld ontdekt worden onmiddellijk ook de exploitatie, de roof ervan vastgesteld moet worden. Zo bestaan in de natuur de slachtoffers van fout denken en handelen. Over de ethiek valt hier helaas heel wat meer serieus te zeggen dan dat zij mogelijk is en hard nodig blijft.
De wereld vraagt om veel meer rationaliteit en ethiek dan de ethiek momenteel biedt. Want de nieuwe opgave die bij onze gestelde vraag aansluit luidt: wat is een ethiek in oorlogstijd? Vragen we daarmee eigenlijk niet liever om opheffing in plaats van om een mooie formulering? Wat vraagt onze tijd echt? Op zoek naar een antwoord blijkt die verstopt achter een grote (dialectische) knoop van vragen en antwoorden. Dit artikel is dus niet af.
STOP DE OORLOGEN!!
Genoemde bron: Jasper Schaaf, Godsdienstkritiek, respect en actieve tolerantie, Feuerbach herlezen, Uitgeverij Damon, Budel, 2010. Zie de verwijzing naar Rosa Luxemburg (1871-1919), op pag. 59-60. Het gaat in dat boek onder meer om ‘het vrijheidsvraagstuk’ op te lossen. Heeft een vrijgevochten geest geen zekere inperking nodig om daadwerkelijk de vermeende of juist ontbrekende vrijheid (vrijheden) te kunnen ervaren?