maandag 12 juli 2021

Veel of weinig praten over het klimaat?


Een nogal relevante vraag. Een ogenschijnlijk eenvoudige vraag, die talloze uiteenlopende antwoorden op zal leveren. Tegelijk mooi voor de vakantie. De natuur krijgt in deze tijd aandacht genoeg, lijkt het, en moet de gewone burger – u en ik – zich daarover nu veel zorgen maken?
    Mijn blogs overziende schenk ik de laatste tijd iets minder aandacht aan het klimaatvraagstuk dan voorheen, met maar één reden. Ik heb er veel aandacht voor en al gauw lijkt het vanzelfsprekend dat anderen dat ook wel zullen hebben. En dan is er al heel wat – te veel? – aandacht voor klimaat, de natuur, de biodiversiteit, de alternatieven enzovoorts. Veel? Werkt dat de inzet voor het klimaat positief in de hand?
    De vraag is hoeveel mensen werkelijk overzien wat de enorme impact van de totale klimaatverandering zal zijn op het totale leven, ook op de negatieve kanten van het leven, zoals de ongelijke verdeling van welvaart of het voeren van oorlogen om de macht die de grondstoffen kan toe-eigenen. Dat doet er nogal toe, het betreft waarschijnlijk zelfs antwoorden op vragen over wie er nog kan leven op de overvolle en vaak leeggeroofde plekken op en van de aarde.
    De vraag ligt er nu altijd. Is er aandacht genoeg of juist veel te veel, zoveel dat de aandacht murw geslagen is? ‘We merken het vanzelf wel’, en dat soort vervreemdend gedrag, vluchtgedrag.

Als je zelf veel met milieu, klimaat, leefbaarheid (noem maar op) begaan bent en nog sterker als je meedoet aan de vele klimaatacties lijkt het vaak vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Grote massa’s mensen hebben nog nooit aan een actie meegedaan en weten nauwelijks van het bestaan ervan. En mensen hebben vaak een matig middellange-termijn-geheugen en verbinden politiek niet of slechts negatief met hun eigen leven, laat staan met de bredere vragen eromheen.

Als er nu alle tijd was, was het simpel, de jeugd heeft de toekomst, en moet de verandering ‘dan maar’ teweegbrengen. Maar minimale kennis van natuur en klimaat brengt al het bewustzijn met zich mee, dat de tijd om alles in voldoende mate te doen, te veranderen, simpelweg ontbreekt.

Het klimaat, het is té basic, het raakt alles. Het vraagt naast alle belangrijke juridische acties en massaprotesten om een permanent verhaal dat mensen bij de les houdt. Het vraagt dan ook om een milieu/klimaat-pedagogiek, een slimme, doortastende en faciliterende (integrale) aanpak. Het klimaat, de gevolgen, ze vormen veel bedreigingen, reëel. En daarom moeten er vormen komen van nieuwe vanzelfsprekendheid, veel verder reikend dan het bewustzijn van de deskundigen en de allang betrokkenen.
    Natuurlijk speelt het directe materiële aspect ook mee. Mensen helpen en belonen wanneer ze bijdragen aan verduurzaming. Het aspect van klimaatrechtvaardigheid dus. Maar dat kan nooit het hele verhaal zijn. Het klimaat raakt alle wetenschappen, alle concrete leven en ook nog eens de moraal en filosofie.

Het is een groot risico dat door (vermoeiende) herhalingen en afhaken er te veel gezwegen wordt. Zwijgen over het klimaat kan niet, het is je eigen leven en dat van alle anderen. Daarom is dit nodig: een brede aansprekende pedagogiek van het klimaat te vormen, overal aanwezig, maar ook steeds op te frissen om afhaken vóór te zijn. Het gaat om een zeer moeilijke opgave, met feiten te onderbouwen, maar die ook vraagt om moraliteit, wereldbeschouwing en durf.
      Op lokaal niveau is het dan vaak mogelijk een dergelijke pedagogiek met wijkopbouwwerk (enzovoort) te verbinden. Door ‘samen te doen’ blijkt meer mogelijk dan voorheen. Zie de vele wijkprojecten met tuinieren en het vergroenen van buurt en wijk, daar kan heel goed het grotere verhaal van het klimaat bij worden verteld. Door te doen zie je meer.

De vraag blijven stellen: hoe kan de klimaatkritiek scherp gehouden worden? Lokaal ben je dan nog lang niet klaar, want de vraag is altijd, tegelijk, lokaal en mondiaal: ‘Wat gaan we nu zonder dralen daadwerkelijk doen?’