zondag 11 oktober 2020

Pleidooi voor linkse Basisgroepen – Tegen individualisering van de collectieve actie


‘Dit is de individualisering van de collectieve actie’, dát schoot me van de week te binnen, toen ik voor de zoveelste keer in korte tijd een petitie ondertekende. ‘Dank je dat je in actie komt’, meldt de ontvangstmail.
    ‘Nou ja, actie’, gaat er door me heen. Twee minuten actie of zo. En meestal zal geen mens weten of kijken wie er allemaal meedoen aan deze actie.

Moet je ze dan maar niet ondertekenen, ook als het om een echt prima of zelfs noodzakelijk doel gaat, en ze bovendien opgezet en ondersteund worden door respectabele linkse, socialistische of groene organisaties, of door activisten voor vrede en internationale solidariteit?
    Ik blijf ze (meestal) steunen, maar tegelijk vrees ik voor de individualisering van de collectieve actie, de solidariteit. Waar is de nodige massaliteit van de macht?
      Kortom, er spelen veel tegenstrijdigheden in de hedendaagse politiek, zeker ook uitgelokt door de dwang van de digitalisering. En dat wordt te weinig aan de orde gesteld.

In mijn boek ‘Actief socialisme en vrijheid – Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’ concludeer ik als perspectief: ‘Laat organisaties structureel, hechter en veelzijdiger samenwerken dan nu regel is, zonder rigide te zijn.’ (pag. 155)

‘Zonder rigide te zijn.’ Dat moet er om twee redenen beslist bij worden gezegd. De linkse en socialistische beweging moet leren van 200 jaar geschiedenis en in samenwerkingsvormen veel meer dan vroeger het lef tonen verschillende uitgangspunten te accepteren van elkaar. Vanuit verschillende politieke idealen was elkaar verketteren vaak meer gangbaar dan samenwerken. Rigide dus.
      En hoe moeilijk dat ook zal zijn, nog veel meer rigide is hoe de media voorstellen tot samenwerking altijd alleen weer oppikken en beoordelen in hun zelf gefabriceerde ‘frame’. Kranten en tv denken bij samenwerking alleen maar in termen van verkiezingen, te behalen zetels en kabinetsformaties. Niet onbelangrijk natuurlijk, maar veel te rigide. Ze hebben geen enkele serieuze interesse voor goede politieke initiatieven aan de basis.

‘Aan de basis’, daar is het me om te doen. In de jaren zestig en zeventig had je op het gebied van milieu, onderwijs, universiteit, de zorg, leefbaarheid in de buurten, huuracties, vredesacties en de lokale politiek tal van zogeheten ‘Basisgroepen’ of actiecomités waarin actieve, meestal linkse mensen vanuit verschillende achtergronden samenwerkten.
      Zonder te beweren dat dit makkelijk terug kan komen, kan met een vergelijkbare beweging veel lokale en basale macht worden opgebouwd, met een creatieve uitstraling naar de verdere politiek. Waarbij organisaties, partijen, vakbonden en personen hun eigen identiteit kunnen behouden en zelfs versterken.

Op het gebied van sociale actie en het klimaat zouden nieuwe basisgroepen in dorpen en steden kunnen bijdragen mensen te verenigen onder het oude adagium ‘Eenheid in verscheidenheid’. Zeker kan dit nuttig zijn op plaatsen met een omvang die aparte organisatie van partijen en bewegingen moeilijk maakt. Deze groepen kunnen best van elkaar verschillen, met een mix van diverse grondgedachten of (partij)programma’s. Niet de identiteit voorbarig opgeven, maar eerder deze goed verder ontwikkelen in een leerzame kritische dialoog.

Dan nog kun je gerust je handtekening zetten en verder actief zijn. Maar zo help je een sociale toekomst aan een helderder perspectief, met mogelijk een welbewuste eenheid van lokaal en centraal. En ook nog van nadenken en actief handelen, actievoeren.






Boek: Jasper Schaaf, Actief socialisme en vrijheid, Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking, Doorbreek de vanzelfsprekendheid, Uitgeverij Damon, Eindhoven 2018, ISBN 978 94 6340 142 5.

Het boek is te koop bij de boekhandel of via internet bij de uitgever.
Ook bij ‘ondergetekende’ via een mailtje: jasperschaaf@gmail.com