dinsdag 10 maart 2020

Nu dan maar die wereld veranderen? Samenwerken, maar niet blindelings



Al het maatschappelijke leven is in wezen praktisch. Alle mysteries, die de theorie aanleiding geven tot het mysticisme, vinden hun rationele oplossing in de menselijke praktijk en in het begrijpen van die praktijk.

Karl Marx, Achtste these over de filosofie van Ludwig Feuerbach


De vorige blog ging over Marx’ elfde stelling over de filosofie van Feuerbach. Samen met de andere stellingen komt hier een heel wereldbeeld naar voren. Revolutionair, politiek, maar ook kennistheoretisch bezonnen. De wereld veranderen is een leerzame aangelegenheid. Terwijl verandering zonder reflectie, zonder visie, armoedig is. Vaak leidt dat tot een poging te veranderen ‘van niets’. Zó weer weg!

De hierboven genoemde achtste stelling versterkt dat beeld. Alles is praktisch, daarmee komt het handelen centraal te staan. Doen! Maar gelijk op blijven reflecteren, denken. Zie maar in deze stelling, het belang van ‘… het begrijpen van die praktijk.’
      Dus Marx eist, veronderstelt een hoger reflectieniveau. Blijven leren, niet zomaar, maar ook midden in het gekrakeel van de politiek. Verlies de structuur van het handelen, van de wereld, van het denken, van de ideologie en van het kapitaal niet uit het oog.
      Steeds weer die opgave, het begrijpen ‘van die praktijk’. Gericht weten wat je doet, argumenteer en mobiliseer. Het momentum is nu, niet morgen, wanneer het lukt de praktische daad te begrijpen. Eenheid van praktijk en theorie.

Krakeel van de politiek? Dat is er genoeg. Gisteren, maar ook vandaag.
    Nu, maar ja, ‘gisteren’ ook al, en hebben we er genoeg van geleerd? Noem het maar ‘gisteren’, toen op 8 februari de onderzoeker Peter Kanne in de Volkskrant aan de hand van kiezersprofielen pleitte voor een fusie op links, namelijk van GroenLinks en PvdA.
      Daarop schreef ik een door de Volkskrant niet geplaatste reactie. Ik schreef dat ik in mijn boek ‘Actief socialisme en vrijheid, Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking’ (2018) pleit voor meer en gedurfder samenwerking van alle linkse groeperingen en partijen. Want inderdaad, zoals Kanne zegt, de urgentie van een klimaatcatastrofe en de kloof tussen arm en rijk wordt heel breed gevoeld.
      Ik pleit – vervolgde ik – echter niet voor een fusie als uitgangspunt of startpunt. Fusie heeft het risico vooral te leiden tot veel gedoe, slappe compromissen en teleurstelling, terwijl bij partijen die nauw willen samenwerken de leden vrij zijn scherpe en inspirerende discussies te voeren en nieuwe actieve aanhangers te werven. Dat kan bij verkiezingen de basis opleveren de gezamenlijke vuist te maken die zo nodig is.
      Tot zover mijn briefje van een maand geleden.

De Volkskrant lijkt vooral de discussie te willen regisseren en heeft sindsdien gepleit, in verschillende varianten, voor een parlementair samengaan van PvdA en GroenLinks. Van daaruit volgt dan weer de reactie, die zoals zo vaak luidt dat de leiders van de twee genoemde partijen zelf hopen met de winst en de eer te gaan strijken. En gemakshalve besteedt de Volkskrant in deze discussie maar nauwelijks aandacht aan de SP, laat staan aan andere linkse en progressieve groepen, sociale en milieu organisaties, comités, vakbonden, partijen en personen.

Het laatste is van essentiële betekenis. De discussie en organisatie aan de basis. Het al dan niet duurzame karakter van samenwerking aan de basis.
      Parlementaire coalities kunnen een flinke vooruitgang zijn en ook meer kiezers opleveren. Dat is niet gering, maar een echte duurzame beweging vraagt om veel meer. Houdt het geheel in de gaten, de structuur, de rol van het kapitaal, de noden van de mensen, de ongelijkheid. Terecht stelt de PvdA bij de vorige crisis (2008 en nadien) grote politieke fouten te hebben begaan. Maar dat was niet alleen inhoudelijk, vrijwel alle contact met de basis, het volk ging verloren, enkele uitzonderingen daargelaten. Zie bijvoorbeeld – een voorbeeld uit vele! – het totaalverlies van het sociaaldemocratische gezicht op het gebied van de volkshuisvesting. Wat een schade voor bewoners en buurten!

Begin waar het begin ligt. Nadenken en doen, allemaal nú. Koester het ‘begrijpen van die praktijk’, zou Marx toevoegen. Voor de zoveelste keer alleen naar de verkiezingen kijken en naar de mannetjes en vrouwtjes die daarbij optreden, dat is volstrekt onvoldoende.
    Zet liever de activisten van deze groepen, partijen en bonden bij elkaar. Organiseer een massaal volkscongres of iets dergelijks, en laat iedereen aan het woord. Creëer een stevige brede democratische basis van actie, handelen en denken. Lokaal en verderop.
      Wat nu te doen? Creëer een basis voor méér. Geen koudwatervrees. Laat niet de media bepalen wat interessant is. De wereld nu is interessant, en die wacht nog altijd op verdere verandering. Doen, en blijven begrijpen wat je doet.




Bron: Marx’ Thesen over de filosofie van Ludwig Feuerbach vind je in veel boeken over Marx. Hier is geciteerd uit Friedrich Engels, Ludwig Feuerbach en het einde van de klassieke Duitse filosofie, Derde verbeterde druk, Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1973, p. 89.