woensdag 19 juli 2017

Wie is nu de utopist? Naomi Klein?


De Volkskrant van 1 juli jl. schrijft – met lappen van foto’s erbij – vier pagina’s over ‘Het utopische denken van Naomi Klein’. Volgens de krant zou zij zich in haar eerdere boeken onthouden hebben van een alternatief, dat ze nu wel wil bieden en aldus ‘radicaal van houding’ zijn veranderd.
    Mij lijkt dit een nogal ongelukkige analyse.

Wanneer je fundamentele kritiek uit en ‘iedereen’ je vraagt ‘Wat is dan je alternatief?’, is het in linkse kringen goed gebruik te zeggen dat je niet in een blauwdruk wil denken, je niet wil verliezen in hoe precies een betere wereld er uit moet zien, maar eerst het bestaande te lijf wilt gaan. Dat deugt immers niet.
    Maar radicale, of liever fundamentele kritiek bevat altijd een utopisch element. Het bestaande moet toch worden opgeheven en overstegen? Dat element van toekomstgerichtheid kun je in de politiek niet wegpoetsen. Zonder dat is er nihilisme.

Dat utopisch element kan verschillende vormen aannemen. Het kan variëren van richting, een verdere uitwerking of kan een compleet plan worden. Het eerste lijkt in veel situaties het beste en afdoende, maar een goed verhaal zal op den duur toch inspirerend zijn en mensen binden aan een koers, en aan actie en strijd daarvoor.
    Kortom, vaag utopisme houdt geen stand, maar nadenken over de toekomst wel. Steeds weer zullen hier vragen bestaan, waarvoor niet weggelopen hoeft te worden, of mag worden. Toekomstgericht denken kan ook genuanceerd en heel strijdbaar zijn. Dan is het geen tegenstelling tot actie, maar eerder een bijdrage.

In februari 2015 wijdde ik op deze weblog drie blogs aan Naomi Kleins ‘No time, Verander nu, voor het klimaat alles verandert’. Ik vond het vergeleken met haar eerdere boeken een consequente stap vooruit. Ze betrekt hierin aspecten van kapitalisme, onderdrukking en strijd voor een goed klimaat in tal van uitwerkingen en voorbeelden op elkaar.
    Daardoor ontstaat een diepgaande analyse waarin maatschappelijke aspecten niet als los zand naast elkaar blijven staan, maar de samenhang van onderdrukking, de strijd ertegen en het klimaatvraagstuk helder wordt gepresenteerd.
    Dat boek beschouwde ik als een consequente stap in haar ontwikkelingsgang, zeer leesbaar en bruikbaar. Wat overigens helemaal niet hoeft te betekenen dat je alles helemaal deelt.

Dat ze nu zegt (als ik de krant goed begrijp en daarin een goede weergave staat) dat je utopische dromen moet aanwakkeren en dat links alternatieven moet bieden, is dan niet anders dan een consequentie uit eerdere analyses, uit de strijd en uit de richting die de politiek van vandaag de dag opgaat.
      Het is niet anders dan Marx, wanneer die radicaal een andere maatschappijstructuur en een niet-kapitalistische economische structuur voorstelt en in die zin een richting bepaalt, zonder een blauwdruk compleet en al te presenteren. Aan een droom is niets mis, mits je ook nog wakker blijft.

Toch zou ik het toekomstgericht denken op één punt, een heel lastig punt, veel verder door willen voeren dan Klein doet (althans volgens de krantenweergave).
      Klein heeft weinig op met politieke partijen. Gezien alle corruptie, inhaligheid en bureaucratie is dat volkomen begrijpelijk. Maar dan ligt groter dan ooit de vraag op tafel hoe massa’s, dus de totale politieke macht, wel te binden zijn aan een organisatie die democratisch, kritisch en in veel zaken pluriform is. Hoe kan een coalitie van kritische mensen en organisaties meer zijn dan een bundeling van macht voor slechts korte tijd en van beperkte betekenis?
    Om werkelijk iets te veranderen zijn grote democratische tegenmachten tegen het kapitaal nodig. Daarom kom je niet heen om de vraag naar de partij, partijvorming en het binden van een massa mensen aan een sociale richting of ideologie. Hoe kan een radicale democratische socialistische, communistische of hoe je het maar noemt beweging langdurig en krachtig bestaan zonder corrupt te worden?
     Deze vraag – niet leuk maar wel noodzakelijk – is in deze tijd van rechtse hegemonie en populistische manipulatie essentieel. En hoe kunnen partijen mensen aan zich binden zonder ze als stemvee te misbruiken? Een vraag die trouwens ook voor de vakbeweging, milieubeweging (enzovoorts) geldt.

Het zijn vragen die grote politieke filosofen stelden. Hoe kan stabiele macht bestaan? Denk aan sommige oude Chinezen en dichter bij huis Machiavelli, Spinoza, Marx en Lenin. Vragen die steeds weer doordacht en opnieuw geformuleerd moeten worden, passend in de actualiteit.
    Kortom, je komt er niet door alle bestaande machtsvormen en partijen af te wijzen, ook al deugen die helemaal niet. Ook hier is een niet-overtrokken, een balans zoekend utopisme of structureel toekomstgericht denken wenselijk.

Dus toch utopisme? Dat levert geen bijdrage wanneer dat zich alleen maar afkeert van het bestaande. In de blauwe heldere hemel bestaat geen oplossing, maar denken en debat over de nabije toekomst zijn altijd weer urgent. Inspirerende oplossingen moeten mensen weer aan de politiek binden, anders resteert slechts de parlementaire onmacht. Zonder verhaal is de politiek een duiventil, onmachtig, zonder massale democratische kracht.

Kritische socialistische en andere progressieve partijen moeten dat verhaal stimuleren en bediscussiëren. En daarin keer op keer heel de achterban er respectvol bij betrekken, hoe vermoeiend politici van het oude stempel dat ook mogen vinden. Bovendien keer op keer de paradox oplossen dat men open moet staan voor uiteenlopende meningen en uitwerkingen, én tegelijk inspirerend en wervend leiderschap moeten tonen.
      Dat laatste is ook een kenmerk van democratische machtspolitiek, je kunt niet zomaar de toekomst aan ‘de discussie’ overlaten, dat is ook te vaag.

Geen politiek zonder de vraag naar een stabiele organisatie van democratische macht. Met opmerkingen dat men misschien niet van partijen houdt, kom je nog geen stap verder.
      Het volgende boek van Naomi Klein kan dus gaan over dit laatste restje koudwatervrees, een kennelijk nog onopgelost inconsequent restant in een verder sterk opgebouwd betoog.
      De onmisbare partij en de reële politiek als de zwakke schakel van de democratische machtsvorming.





Zie verder over Naomi Kleins visie:
- De eerdere blogs over Naomi Klein, op deze weblog Filosofie en politiek, februari 2015.

Over utopisme en machtsvorming:
- Jasper Schaaf, Durven vooruit te denken,
https://www.marxists.org/nederlands/schaaf/2012/2012conservatisme_socialisme.htm

- Jasper Schaaf, Het Speelveld van de vrijheid, Marx, Spinoza, Overwegingen over vrijheid en macht, Uitgeverij Damon, Budel 2014