vrijdag 13 april 2012

Marx in De Groene

Ingezonden brieven, ik stuur ze niet vaak. Wel op 2 april naar De Groene Amsterdammer. Onderwerp: een artikel over Marx en zijn visie in Das Kapital. De redactie meldde dat ze de brief zouden proberen te plaatsen. Gezien het thema wist ik dat de kans bestond dat Arnold Heertje als kenner van dit boek zou reageren. En inderdaad, zijn brief stond er in, de mijne niet. Daar ben ik niet te negatief over. Heertje is iemand die het graag heeft over Marx’ werk, wat ik waardeer. Bovendien heb ik nu de gelegenheid op zijn punt in te gaan. Het artikel in De Groene is trouwens een mooi verhaal over de totstandkoming van de nieuwe Gesamtausgabe van de werken van Marx en Engels.

Mijn brief gaat in op het mijns inziens te grote verschil dat het artikel maakt tussen Marx en Engels. Ook staat erin dat Marx niet deterministisch wilde denken met betrekking tot de eventuele ondergang van het kapitalisme. Naar mijn mening moet dit anders worden gesteld. Ook Heertje gaat op dit punt in. Hieronder mijn brief. In een volgende weblog ga ik dieper in op Heertjes’ visie.





Marx

Mooi dat Aart Brouwer in De Groene Amsterdammer van 29 maart de noeste arbeid en de voorgeschiedenis beschrijft van de uitgave van de volledige werken van Karl Marx en Friedrich Engels, de Marx-Engels-Gesamtausgabe (MEGA2). Het artikel maakt echter enkele tegenstellingen groter dan ze zijn. Aan deze kritische MEGA werd al ruim voor de val van De Muur in 1989 gewerkt, niet pas erna. De genoemde gerenommeerde Akademie Verlag was tot dat moment gewoon een DDR-uitgeverij, met o.m. een gedegen uitgave van de werken van Ludwig Feuerbach.
      Hoe Friedrich Engels in zijn redactie van de latere delen van Das Kapital  ‘de plank flink missloeg’, maakt het artikel niet duidelijk. Feit is dat Marx zichzelf beschouwde als strenge wetenschapper die inderdaad zocht naar determinanten van het einde van de kapitalistische economie. Zowel deel één als deel drie van Das Kapital laat zien dat dergelijke determinanten wel te vinden zijn, maar een volledig historisch determinisme uitgesloten is. Waar Marx tendensen bespeurt die verval veroorzaken, wijst hij ook op tegentendensen die deze weer teniet doen. Marx en Engels corrigeren zichzelf regelmatig. Begrijpelijk, omdat historische feiten onvoorspelbaar zijn, wat iets anders is dan dat je er niets over zou kunnen zeggen.
      Engels zou onterecht Marx’ leer getransformeerd hebben tot Weltanschauung. Eerder is het naar mijn mening zo dat in zowel vroegere als latere werken van beiden wereldbeschouwelijke aspecten duidelijk aanwezig zijn, een materialisme dat dynamischer en ‘geestrijker’ is dan dat wat vaak voor materialisme wordt versleten. Friedrich Engels droeg in de Anti-Dühring uit 1878 bij aan dit beeld, door zijn globale overzicht van beider opvattingen. Dit boek leidde tot een zekere canonisering van Marx’ werk, maar had het voordeel dat tijdgenoten eindelijk over zo’n overzicht konden beschikken. Immers, werken als Die deutsche Ideologie waren niet gepubliceerd, een totaaloverzicht ontbrak. Het is Engels’ boek, maar hij schreef het om Marx ruimte te geven verder aan Das Kapital te werken. Marx stemde ermee in en schreef er zelfs een hoofdstuk van. Engels schortte voor dit boek zijn studie naar de dialectiek van de natuurwetenschappen op, een activiteit die ervan getuigt dat niet alleen Marx, maar beiden zich verdiepten in de wetenschappen van hun tijd.
      ‘Marx was geen marxist’, schrijft De Groene. Toen men een potje van zijn ideeën maakte, zei hij dat over zichzelf. Nederland kent momenteel nauwelijks een Marx-debat. Hopelijk blijft het niet bij anekdotes, maar wordt de nieuwe MEGA echt gelezen.