1: De pacifist leeft nog steeds (in ons)
2: De uitdaging van het pacifisme
3: Drijfveren en onrecht (nog steeds)
4: Leve het voorzorgprincipe (verstandig)
De pacifist leeft nog steeds (in ons, in velen)
Pas stond het weer in de krant. Pacifisme bestaat niet meer. De pacifist is dood. Vroeger ja vroeger hadden we een Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP) en vele in de samenleving ‘loslopende’ critici van leger en militarisme. Misschien huizen daarvan nog wat restanten diep in de krochten van GroenLinks. Maar nu het zo plotseling oorlog is zie je ze niet, enkelingen daargelaten.
Zo kun je het pacifisme doodverklaren. En de vredelievende persoon zoekt het maar uit. Maar wordt er wel goed gekeken? Tegen de oorlog in Oekraïne zijn wel demonstraties, maar dat zegt nog niet alles. Vroeger had je (soms) debatten tussen communisten (CPN) en antileger activisten, dat was toch anders?
De tijd verandert en dus de verschijningsvormen ervan. En de historische feiten. Zoals de niet te miskennen bruutheid van Rusland nu. En altijd bestaat er een zoeken naar veiligheid en beschutting in een tijd van (dreigende) oorlog. Daaruit ontstaan nieuwe vormen van denken, zoals een ethiek die niet uit zwakte denkt, maar samenwerking eist. En vooral zijn het de nieuwe samenwerkingsvormen, zoals van milieuactivisten met anti-oorlogsactivisten.
De huidige politiek vereist: je niet neerleggen bij de karikatuur van de verdwenen pacifisten, maar benoem nieuwe vormen en toets die op hun kracht. De opheffing is er niet, de opheffende beweging ontstaat, wordt gestimuleerd, door propaganda etc. maar de omgekeerde richting ook, wie helpt mee het vernieuwde anti-oorlogsdenken nieuw leven in te blazen, samen met de organisaties die al wél bestaan, in Nederland en internationaal?
Het pacifisme is geen ding, maar een houding, actie, gedrag, enzovoort. Een maatschappelijke beweging. En er zijn veel soorten dienstweigering denkbaar, van heel radicaal naar meer gematigd.
Over oorlog en vrede is veel nagedacht. Het is een Scharnierpunt van het westelijk denken en van het daarbij horende rationele handelen. De filosoof Immanuel Kant streefde een ‘eeuwige vrede’ na. Zou die niet binnen handbereik zijn door de vermeende toegenomen rationaliteit van de mens? De burger als leerling van de geschiedenis.
En inderdaad hangt de al dan niet aangetaste vredelievendheid daarmee samen. Want wat drijft het pacifisme? Menselijke emotie, zorgzaamheid, de menselijke emoties en ratio. Rationeel ligt samenwerken met de ecologie c.q. milieubeweging voor de hand. Ook heel direct: vervuiling bestrijden., maar ook verwante emoties van rechtvaardigheid spelen een grote rol. Maar de rechtvaardigheid brengt ook andere opvattingen met zich mee: tegen de agressor, versus pogingen het geweld te billijken. Daarmee komt ook sociale ethiek op de agenda. De ethiek die vaak zo sterk naar binnen is gekeerd, maar nu iedereen raakt.
De uitdaging van de pacifistische houding
De uitdaging van het pacifisme zal er zijn, zolang er rationele(sterflijke) wezens bestaan. Zeker wanneer de stellingen worden betrokken. Bijvoorbeeld over het verloop van de oorlog en de mogelijke bijbedoelingen van de wereldmachten, de beweging die de oorlog als het ware verdubbelt. Een zichtbare waar de doden vallen en een op de achtergrond waarin wapenfabrikanten mede bepalen hoe er gevochten gaat worden. Terecht roepen weldenkenden dan om diplomatie in plaats van oorlog. Moreel terecht, maar ook wanneer ‘ieder kan zien’ dat tussenstappen nodig zijn om de eerste diplomatie mogelijk te maken? Dat inzicht is dan precies nodig om de acties, waaronder massa-acties te laten opbloeien.
Wapenleveranties opvoeren voor ‘de goede partij’ versus praten? Het zal bij dit punt van discussie vaak uitkomen bij een ‘én-én’. Immers, concreet gezien sluiten wapenleveranties met versterkingen niet uit dat ook de diplomatie op een hoger niveau verder gaat. Maar het omgekeerde kan ook, toename van levering van wapens om macht te vergroten. Er spelen imperialistische motieven. Ook in Nederland. Dat heet nu geopolitiek.
De diepere drijfveren en het onrecht
Vormen van pacifisme zullen altijd bestaan. Hoe dat kan? Hoe kan ‘dit’ zo onuitroeibaar genoemd worden midden in de brute ongerechtvaardigde oorlog die gaande is? De moderne media dwingen kijken af. Al proberen velen het niet te zien. Het onrecht van elke oorlog wordt gevoeld. Er ontstaat verzet uit tegen hoger geplaatsten en leiders. En er ontstaat door de digitalisering een enorme veelvormigheid van denken én wapengekletter. Wie niet wegkijkt zal proberen ‘mee te denken’, hoe walgelijk het ook is. Men denke aan het geweld tegen alle lagen van de bevolking, inclusief kinderen, ouderen, etc.
De vele zienswijzen in het oorlogsgeweld moeten wel effecten hebben, ook veel onbedoelde. Zo zijn er diepere drijfveren. Er bestaat een enorme verwevenheid ideeën en het leven, zoals de opvoeding van de kinderen, ook in landen waar geen openlijke oorlog wordt gevoerd. Verwevenheid van functies. Een politieke discussie of filosofische beschouwing moet wel op deze verwevenheid stuiten. En in dat kader kan de pacifist zich laten gelden. Doe je niet mee? Waaraan dan wel niet?
Opvoeding tot vrede kan zo nieuwe discussies oproepen. Er zijn goede en kwade, en helaas blijkt bij doorvragen er veel aan de hand waar je van tevoren niet over na hoefde te denken. Daarmee alleen en met anderen naar buiten treden, bijvoorbeeld in demonstraties, roept een vervolg op.
Ethiek? Moet de goede partij winnen? Is dat reëel als een mening vormen onvermijdelijk ook uitgroeit tot het innemen van een standpunt? Begint hier de ethiek of eindigt ze hier volledig, faalt ze? De idee van dat de goede partij moet winnen, moet reëel zijn. Maar de goede partij is een veld van interacties. Als botweg één partij wint worden de potentiële klachten bij de verliezer niet meegenomen. Dan dreigt wraak het enige alles overheersende te worden.
Pacifisme is ook de tegendruk, tegen kortzichtige standpunten over oorlog en vrede, ook bij ‘winnende’ partijen. Of over te naïeve ideeën over de ‘mooie motieven’ van strijdende partijen. De pacifist dringt aan op goede motieven. De groene activist op erkenning van de ramp voor de natuur. De filosoof op de mogelijkheden ‘de eeuwige vrede’ dichter bij te brengen.
De pacifist is vaak een actieve figuur. Voor actie vanuit een ethisch perspectief ligt een berg aan mogelijkheden klaar. Zoals het blijven hameren op vredesmogelijkheden. Daar kan ook een valkuil bestaan. Zoals dat het geloven in de snelle overwinning de aanwezige latente vredeskrachten doen negeren.
Leve het voorzorgprincipe
Voorkomen is beter dan genezen. Dat is het ‘oude’ voorzorgprincipe. Onder andere bekend uit de zorg. Maar precies ook aan de orde in het bestaan van de actieve pacifist. Pacifisme is of vergt een actieve instelling. Veel voorkomen om grotere rampen te verhinderen. Een goed principe dus dat wel altijd aan de orde is, maar nooit op een perfecte manier.
Ook dat sluit mooi aan bij de filosofie van Immanuel Kant. Zoeken naar een principe dat stuurt en bijstuurt, voor een betere wereld. Kant is daarbij niet naïef. Hij wil rationalisme serieus nemen, zolang dat niet eenzijdig wordt genomen.
Het Voorzorgprincipe is goed! Het is een dragende kracht voor mensen die niet de moed opgeven, hoe tegenstrijdig en asociaal de wereld heden ten dage ook mag zijn. Tijdig ingrijpen, niet wachten tot de bom barst. Dit samen met open digitale strategieën, zoveel mogelijk.
De pacifist is niet één soort mens. Net zoals er verschillende vormen van diepgang in betrokkenheid zullen bestaan. Maar hij heeft gruwelijk de pest aan geweld. En toch, uiteindelijk leeft de actieve pacifist gewoon en alert in de massa. Zijn werkwijzen zijn collectief waar dat kan, en vooral open en democratisch. Veel nadruk op kennis die nodig is de risico’s tijdig te zien. Voorzorg moet gebaseerd zijn op echte kennis, de risicovolle consequenties niet schuwen te benoemen. En samenwerken. Pacifisme betekent dus niet dat je je mond moet houden, in tegendeel, van de mondige burger mag je wat verwachten. In ieder geval: ‘Gij zult niet doden.’
Stop de oorlog in Oekraïne