zondag 13 februari 2022

Weg met deze Omgevingswet

 

De Volkskrant van zaterdag jl. besteedt ruim twee pagina’s aan de nieuwe Omgevingswet die maar niet wil lukken. Kun je dat zo formuleren? Het lijkt een eeuwig verhaal en dat kan ook nog jaren zo doorgaan.
    Waar gaat het om? Misschien vergelijkbaar met de WMO, de wet die uiteenlopende welzijnsgebieden onder één samenhangend beleidssysteem moet bundelen, moet de nieuwe Omgevingswet 26 wetten, 60 algemene maatregelen van bestuur en 75 ministeriële regelingen op het gebied van de Ruimtelijke Ordening onder één samenhangend beleid brengen. Alle Ruimtelijke Ordening, ontwerp, plannen, toetsen enzovoort, alles overzichtelijk in één systeem. Maar net als bij de WMO blijkt dat het niet toevallig is dat er zoveel regelingen bestaan en dat alles onder één sluitend aantrekkelijk systeem brengen makkelijker gezegd is dan gedaan. Het hele idee draait om het woordje ‘alles’. Alles moeten onder één regeling, maar de werkelijkheid is veelzijdiger en veranderlijker, en laat zich niet met één woordje helemaal vangen.

De wet is al door het parlement behandeld maar de invoering laat op zich wachten omdat de ICT nog niet goed werkt. En dan gaat het om meer dan een technische uitvoering alleen. Al met al loopt dit proces al jaren. Toen ik in 2008 de gemeenteraad van Groningen verliet ging de laatste bijeenkomst die ik als raadslid meemaakte over deze (toekomstige) wet. De stand toen: vooral de vraag ‘Kan dat wel, dat ene systeem? En wat wint de burger hiermee?’ Voorstanders: ‘Overzichtelijkheid, dus het participeren van de burger wordt bevorderd.’ Sceptici: ‘Het wordt een kolossaal ontoegankelijk systeem,’ dat erg veel kennis vereist waar maar weinigen goed aan kunnen voldoen.
    Toen ik twee jaar later mijn tijdelijke baan bij Gemeente Almelo afrondde was de stand van zaken niet heel anders. Ambtenaren die spraken over nieuwe bouwprojecten zeiden, dat het nu eerst wachten was op de nieuwe Omgevingswet. Het schoot niet echt op, en nog steeds niet dus.

Het lijkt op een ‘Toren van Babel’. Er moet één ‘gebouw’ komen dat alle wijsheden van de ruimtelijke ordening omvat. Maar dat wordt dermate omvangrijk en complex, en aan steeds weer nieuwe veranderingen blootgesteld, dat zelfs de knapste koppen het fundament al niet waterpas kunnen krijgen. Hoe moet de gemiddelde ambtenaar, de betrokken burger of (milieu)actiegroep er dan mee omgaan? Denk liever: maak de wet(ten) niet complexer dan absoluut nodig is. Zowel niet uit democratisch oogpunt, als niet om de kwaliteit van het ontwerpproces.
    Het ziet ernaar uit dat de nu voorgenomen ene wet die alles op het vlak van ruimtelijke ordening moet regelen veel problemen zal geven. Zelfs als de software wel goed gaat werken. Te complex en dwingend, stop er dan liever mee. Houdt het alsjeblieft simpel, ook al is dat lastig. Al oogt het beleid dan minder fraai en zullen aparte wensen en regelingen ook wel eens op elkaar botsen. Maar dat laatste dwingt nadenken af, dat is niet verkeerd.
      Denk vanuit de gebruiker(s) en de kwaliteit van het ontwerp, en niet vanuit slechts één model. En pas op bij het oeroude idee van de nuttige alomvattendheid van het ene systeem.