zondag 6 november 2011

Tariq Ramadan en de dialoog

In mijn boek ‘Godsdienstkritiek, respect en actieve tolerantie’ pleit ik vanuit een atheïstisch standpunt voor de dialoog. Ik verwerp de gedachte dat je een dialoog kunt voeren als één partij vooraf de voorwaarden ervan dicteert. Het moet gaan om actieve tolerantie, een houding waarin je anderen respectvol tegemoet treedt, maar ook aanspreekt op onhoudbare standpunten, zeker waar deze maatschappelijke belangen raken. Ik schrijf dat deze houding ook voor jezelf risicovol is, omdat je zelf ook bloot staat aan kritiek op eigen mogelijk onhoudbare standpunten. Het gaat om een risico dat je wel moet nemen.

In het nawoord noem ik een paar actuele kwesties uit 2009, het moment waarop ik de laatste hand legde aan het boek. Ik spreek over Tariq Ramadan, die in Rotterdam zijn functie als bruggenbouwer kwijtraakte omdat hij door vooral rechtse politici werd bekritiseerd om enkele uitspraken over homo’s en mogelijke banden met Iran. Zoals vaker ging het meer om sfeer, emoties en verdachtmakingen dan om feiten en afgewogen kritiek. In mijn boek schrijf ik (op pag. 132) dat Ramadan niet zomaar op ‘onze voorwaarden’ het debat hoeft te voeren, en dat het een voordeel is dat iemand als hij echt wil debatteren. Dat hoort toch bij bruggen bouwen?

Op dat moment had ik van en over Ramadan alleen korte stukken gelezen. Kort geleden heb ik de lacune in mijn kennis aangevuld en las zijn boek ‘Radicale hervorming, Islamitische ethiek en bevrijding’ (Van Gennep, 2008).
Zeer kort gezegd is de kern: handhaaf de echte geloofsgrond van de islam, maar bekijk de verschijningsvormen en geschriften op hun historisch ontstaan en op hun actuele betekenis. De Koran geeft richtlijnen voor ethisch handelen, maar de eigentijdse vertaling moet vooral in de geest ervan zijn. Ritueel slachten? Het gaat vooral om de best mogelijke bejegening van dieren, niet in de eerste plaats om het vastgestelde ritueel.

Ramadan stelt bovendien vele sociale vragen rondom armoede, rijkdom en macht aan de orde. Zo schrijft hij kritisch: ‘Net zoals we ons met eenvoudige technische en ‘islamitische’ aspecten van de slachting van dieren tevredenstellen zonder ons buitengewoon veel zorgen te maken over de manier waarop deze tijdens hun leven zijn behandeld, maken we ons niet zo druk om de manier waarop arbeiders uitgebuit worden, …’ (pag. 324)

Het boek biedt meer, zoals een kritiek op een formalistisch democratiebegrip. Democratie kan pas bestaan als het daadwerkelijk hoge waarden impliceert. Ramadan schrijft zo dat hij ‘bewapend met ethiek, en met kritisch verzet in naam van de ethiek’ (pag. 379) tal van vragen aan de orde wil stellen en een brede sociale beweging wil vormen.

Ik kan me voorstellen dat er moslims zijn die zijn benadering te rationalistisch vinden. Ook is er meer discussie over zijn stellingname mogelijk. Die dialoog en discussie zijn zeker zinvol en dat is precies wat Ramadan zegt voor te staan.
We mogen echter wel met zekerheid concluderen dat de kritiek van VVD , CDA en heel rechts Nederland die zijn ontslag in Rotterdam inleidde meer te maken heeft met zijn sociale kritische en actieve houding dan met godsdienstkritiek.