dinsdag 19 juli 2022

Linkse samenwerking moet aan de basis beginnen


– Maar het is dat dekselse individualisme, dat diep in de hele denkwijze van ook diegenen steekt, die zich ‘socialist’ noemen, die tegen het individualisme donderen maar dat zelf niet uit hun hoofd kunnen zetten. Zij zijn zelf particulieren gebleven en hebben zich het communisme niet eigen kunnen maken. –

Joseph Dietzgen (1886, noot 1)


Toen ik in 2018 mijn boek Actief socialisme en vrijheid de ondertitel Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking meegaf, was de reactie soms: waar bestaat die samenwerking dan? De zichtbare toenadering tussen GroenLinks en de PvdA was nog niet begonnen.
    In dat boek veronderstel ik linkse machtsvorming, wil het sociale denken en het socialisme wat voorstellen. Diep ingedaald individualisme is echter een grote blokkade.

In dit boek stel ik onder meer: ‘De economische, klimatologische en militaire crises hebben effect, maar de reacties zijn niet vanzelfsprekend sociaal en democratisch gericht, of er wordt zelfs helemaal niet gekoerst op een helder doel. De socialistische maatschappij is dus echt nog altijd beter, maar het is een idee, onaf, eigenlijk nog altijd een half ontgonnen gebied. Dat geldt ook voor tal van linkse en ecologische bewegingen. Veel ideeën, bijna evenveel versplintering.’ (Noot 2; p.137)

Voor socialisten, in wat voor organisatie of welke lokale beweging dan ook, zou moeten gelden niet alleen het beperkte doel voor ogen te houden, maar altijd ook de bredere doelstelling van een echt sociale samenleving. Dus die maatschappij die nog zo ver weg lijkt. Gebeurt dat niet dan vervluchtigen alle ideeën, ook de allerbeste.
      En hoe kan je dat organiseren? Bijvoorbeeld met een regelmatig terugkerend congres met alles wat daadwerkelijk koerst op sociale verandering.

De versplintering is de reden waarom ik een samenwerking die louter parlementair gericht is weinig kansen geef. Wat de één opbouwt wordt door de ander weer de nek om gedraaid. En zo’n afbraak gebeurt maar al te makkelijk.
    Afgelopen week hebben we kunnen zien hoe de PvdA haar geloofwaardigheid in één klap verspilt door in de Eerste Kamer te stemmen vóór CETA, het kapitalistisch handelsverdrag van Europa met Canada. Een massale actie en het eerdere PvdA-optreden in de Tweede Kamer verhinderden de aanname niet.

Wil links echt samenwerken, de leden en de (nog) ongeorganiseerden, dan moeten meer bewegingen onder één noemer gebracht worden. Dat moet samenwerking zijn vanaf de basis, bijvoorbeeld de lokale huurdersactie, tot en met het serieuze kritische verhaal dat een alternatief voor kapitalistisch denken en handelen biedt.
      Een werkelijk democratisch socialisme moet zich nestelen in de haarvaten van de samenleving en dat is veel meer een parlement alleen.



Bronnen

Noot 1: Joseph Dietzgen, Haben wir etwas mit den Anarchisten gemein? (1886), in Joseph Dietzgen, Schriften in drei Bänden, deel III, Akademie Verlag, Berlin (DDR) 1965, p. 14.

Noot 2: Jasper Schaaf, Actief socialisme en vrijheid, Pleidooi voor hechtere linkse samenwerking, Uitgeverij Damon, Eindhoven 2018, p. 137.
Nog te koop: ISBN 978 94 6340 142 5, zie website Uitgeverij Damon.














zaterdag 2 juli 2022

Rusland als een kwestie van miskenning en geloof


‘Rusland biedt ons het enige voorbeeld in de geschiedenis van een reusachtig rijk waarvan het onmiskenbare bestaan van zijn macht – ook na de nodige succesvolle wapenfeiten – meer als een geloofskwestie wordt gezien dan dat het met een realistisch oog wordt beschouwd.’

Zo’n vergaande uitspraak kan alleen iemand doen, die gewend is het grotere verband te analyseren en te benoemen. De uitspraak is van Karl Marx, die uitermate kritisch schreef over de opkomst van het Russische rijk in de vroegere geschiedenis en in de voor Marx eigentijdse.

Ongeveer 15 jaar geleden was ik in Petersburg en raakte in gesprek met een gids die ons zeer indringend wees op de zijns inziens slechte verdeling van Rusland en de andere voormalige staten van de Sovjet-Unie. Zijn argumentatie was in hoge mate religieus. Hij herhaalde steeds dat hij niet kon snappen waarom de westerse landen zélf niet inzagen veel gelukkiger te kunnen leven in een grote omvattende eenheidsstaat, met aan de leiding een bestuur van Russische eenheid.
    De man nam mij of mijn groepsgenoten niet zozeer iets kwalijk. En hij was niet het type partijcommunist die alleen maar terug wilde naar ‘vroeger’. Hij wilde echter weten of wij dan ook niet snapten, dat iets onmetelijk groots verloren was gegaan. Mijn groepsgenoten vonden dit echter überhaupt geen thema, ze ginnegapten er wat over. De Rus schetste een ideaalbeeld van een heilig samenleven der volkeren, geborgd door een Russische eenheid. Inderdaad snapte niemand dit. Wat is de winst van zo’n eenheid? Waar ging het eigenlijk over? Concreet? Als je realistisch denkt …?

Recht, etniciteit, normativiteit, ethiek, het zijn disciplines die het leven en samenleven helpen zich te verdiepen. Ze kunnen echter ook uitgroeien tot valse, verbeelde visies, die illusoir zijn. Illusoir, maar wel destructief. Dat speelt ook mee in de waanzinnige oneigentijdse (?) oorlog in Oekraïne. Stel dat Rusland deze oorlog met de wapenen wint, is er dan überhaupt ergens iets gewonnen? Poetin en consorten zitten gevangen in een mix van egoïsme, geloofskwesties, (on)macht, gevoelens van miskenning en een overspannen terugverlangen naar iets dat er nooit was. Een verlangen dat in de oorlog leidt tot grote wreedheid en ontkenning van de waarheid.
      Geloofskwestie of niet, alleen het stoppen van het geweld kan helpen Rusland een aanzien terug te geven dat past in de huidige en toekomstige tijd. Pas dan kan Rusland ook zelf weer een waardige vrede kennen. Het is niet makkelijk en zeker niet vanzelfsprekend dat dit punt nog kan worden bereikt. Dit punt vraagt bovendien om een realistisch oog, om een sociale en democratische sturing mogelijk te maken.

 

Citaat ontleend aan: Karl Marx, Geheime diplomatie in de achttiende eeuw, Ingeleid en van aanvullende aantekeningen voorzien door Lester Hutchinson, Uitgeverij Servire, Katwijk 1983, p. 119.




Karl Marx (1818-1883)