vrijdag 1 juni 2018

Een nauwelijks gestelde vraag (over kolonialisme en onvermijdelijkheid)


In een interessant boek, dat tal historische contexten boeiend beschrijft, en hier niet genoemd, laat staan besproken zal worden, lees ik een passage zonder veel context, die bij me blijft haken.
      ‘Blijft haken’, zeg je dat zo? In ieder geval denk ik dat de lezer op het eerste gezicht goed zal begrijpen wat er in deze passage wordt bedoeld en er toch iets helemaal niet klopt  in de gekozen formulering. Dat er een probleem en een antwoord worden opgeroepen dat toch niet helder wordt genoemd. Een vooronderstelling. Resultaat: de bestendiging van een vooroordeel? Of een stille, ongetwijfeld ongewilde beïnvloeding?

Deze passage luidt: ‘De oorspronkelijke bewoners van het van het Amerikaanse continent werden in de periode van 1492 tot het einde van de negentiende eeuw grotendeels uitgeroeid. Achteraf gezien lijkt deze uitkomst bijna onvermijdelijk. Het militaire en technologische overwicht van de Europeanen over de inheemse Amerikanen was van meet af aan enorm, en de door de Europeanen ingevoerde besmettelijke ziekten deden de rest.’

Wat is hier dan zo merkwaardig aan? De als conclusie of ‘bijna-conclusie’ gestelde zin: ‘Achteraf gezien lijkt deze uitkomst bijna onvermijdelijk.’ Het gaat me er dan nu even niet om dat iets wat gebeurd is achteraf altijd een zeker voorkomen van onvermijdelijkheid lijkt te hebben. Erger lijkt me de gesuggereerde veronderstelling dat een land of volk dat sterker is altijd zijn wil zal opleggen aan een militair zwakkere cultuur of natie.
      Alsof dat niet anders kan. Alsof het egoïsme zo sterk en onvermijdelijk is, zó sterk de enige beslissende drijfveer van de mens, dat wie sterk is nu eenmaal expansie realiseert, ten koste van anderen, van alles.
    Legt een sterke macht altijd en zonder meer zijn wil aan anderen op? Die vraag is in het geding, een nauwelijks gestelde vraag.

Natuurlijk lijkt dit vaak het geval te zijn, zie de politiek, de geschiedenis en zelfs het dagelijks leven. Vaak, maar altijd? De mens is ook een vat vol tegenstellingen. En hij kan zich ontwikkelen, meer primitieve drijfveren inkaderen en tot op zekere hoogte leren beheersen.
      Filosofen als Aristoteles en Spinoza laten zien dat egoïstische drijfveren en angsten weliswaar enorm sterk zijn, maar er ook tegengestelde krachten kunnen bestaan of ontstaan, die in totaliteit meer balans en meer sociaal leven opleveren. En dat die bovendien langdurig en diepgaand het vermeende ‘sterke volk’ tot voordeel kunnen strekken, namelijk dat het niet hoeft te vrezen voor de wraak of het verweer van anderen. Met per saldo een resultaat van welvaart, welzijn of zelfs geluk.

Wil een ‘sterk volk’ toch altijd overheersen, zoals gesuggereerd? Dat impliceert de noodzaak voor iedereen om zich verder te bewapenen en andere verdedigingslinies op te treken. Wil een sterke macht echter soms, maar niet altijd overheersen en bovendien verder niet alleen naar de eigen belangen maar ook naar die van anderen kijken, dan komen heel andere handelingswijzen in beeld. Zoals leren samenwerken, handel drijven, profiteren van elkaars kracht en inzicht.

Het is beter maar niet te snel te denken dat iets ‘bijna onvermijdelijk’ is. Wel te leren van het verleden en daardoor alert te zijn, maar niet te veronderstellen, ook niet een beetje, dat expansie en militaire kracht de enige opties waren en zijn. De onvermijdelijkheid van de geschiedenis zit in feit dat iets al gebeurd is, maar beslist niet zonder meer in de inhoud en eigenschappen (etc.) van dat inmiddels gepasseerde station, dat er toentertijd slechts één keuze of optie mogelijk was.
      Je hoeft de daders van toen niet met terugwerkende kracht op te knopen, dat is zinloos en misschien zelfs wel immoreel. Maar je kunt ook niet stellen dat ze beslist nooit anders hadden kunnen handelen. Ook al waren het geen ‘hedendaagse vrije individuen’ die makkelijk een alternatief hadden kunnen kiezen. Wat nu al moeilijk is was dat vroeger nog meer, maar daarmee nog niet totaal onvermijdelijk.
      Iets kan zo vanzelfsprekend lijken, maar het echt vanzelfsprekende hoeft meestal helemaal niet besproken te worden. Spreek liever over een bijna-vanzelfsprekendheid die vanaf nu dat niet meer zo zal zijn. Argumenten volop!