woensdag 6 juni 2018

Een goede maatschappij heeft een naam – Angela Davis en Bernie Sanders


Gisteren was Jan Marijnissen in Groningen, liet zijn film over de Verenigde Staten zien en ging vervolgens uitgebreid op vragen in. Belangwekkende thema’s, ook voor de politieke ontwikkeling in Nederland en Europa. Over neoliberalisme en de strijd ertegen. Uiteraard werd er ook gevraagd naar het succes van Bernie Sanders. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen?

Om dat te verklaren is een opmerkelijk punt dat in Verenigde Staten het felle anticommunisme en antisocialisme als expliciete rechtse aanval (soms) lijkt te zijn weggeëbd. Immers, De Muur is gevallen en het neoliberalisme heeft de almacht. Als tegengesteld effect kan daardoor soms makkelijker openlijk voor een socialistisch verhaal worden opgetreden.
      Daarbij is het overigens net zo opmerkelijk is dat de huidige generatie het socialisme of communisme nauwelijks meer kent, laat staan er zelf een strijdbare solidaire inhoud aan weet te geven.

Sanders, die openlijk spreekt als socialist, geeft nu weer woorden aan de vaak vage optie van ‘een betere maatschappij’. Dat brengt inhoudelijke discussie en profilering dichterbij. En vervolgens een kans voor een sterke socialistische organisatie.
      Dat alles is echter ook nog ver weg in het neoliberale Amerika. Maar toch, er over spreken is van enorme betekenis. Een goede maatschappij heeft een naam, en krijgt zo een identiteit, vorm en inhoud. Nog vage idealen zijn van belang, maar als je er geen vorm en inhoud aan geeft verdwijnen ze alras als sneeuw voor de zon.
      Sanders weet wat een woord doet en is helder in zijn socialisme.

Dit herinnert ook aan de strijd van Angela Davis, haar strijd tegen racisme en politieke onderdrukking en voor burgerrechten voor alle bevolkingsgroepen. In 1970-1971 werd ze gevangen gehouden en vals beschuldigd van moord. Massale acties voor haar bevrijding ontstonden, maar Davis heeft steeds volgehouden dat het niet om haar gaat, maar om iedereen. Ze zag dat zo in het kader van haar politieke standpunt toen, van een sociale communistische politiek. Het zijn precies de ideeën die de reactionaire overheid koste wat kost wilde vernietigen.
    Davis verbindt de strijd tegen segregatie en onderdrukking met klassenstrijd. Segregatie, uitbuiting, macht en klassenstrijd vormen één geheel. Dat standpunt, nadrukkelijk uitgedragen, wordt haar niet in dank afgenomen door de overheid.

In haar autobiografie ‘Zinnen op de vrijheid’  uit 1974 schrijft Davis: ‘De psychologische effecten van het anticommunisme op gewone mensen in Amerika zijn ontstellend. Er is iets aan het woord ‘communisme’ dat, voor wie niet beter weet, niet alleen de vijand oproept, maar ook iets immoreels, iets smerigs.’ Maar ook: ‘Ik ontdekte al gauw dat het anticommunisme in de getto’s, onder de arme en werkende zwarte mensen, niet bepaald diep geworteld was. (… Een broeder zei:) ‘Er moet iets goeds inzitten, anders zouden ze niet zo’n moeite doen om ons ervan te overtuigen dat het slecht is.’’
    Davis kiest voor heldere woorden. Standpunten kunnen zich ontwikkelen, steeds zul je de goede uitdrukking ervoor moeten vinden en noemen, die mensen in de strijd verbindt.

Socialisme, communisme, anarchisme, nog iets anders? Ben je voor een solidaire maatschappij? Aarzel niet deze een passende naam te geven. De weerstand die dat misschien oproept is een eerste aanzet voor een goed vervolg.






Boek: Angela Davis, Zinnen op de vrijheid, Een autobiografie, Eerste druk als Globe Pocket, Amsterdam 1993. De passages staat op pagina’s 279 en 280.

Voor wie dit interesseert: Deze titel is antiquarisch nog makkelijk verkrijgbaar voor weinig geld.