maandag 23 oktober 2017

Onderwijsacties en een concrete vraag met algemene strekking


De staking van het basisonderwijs op 5 oktober jl. was een succes. Maar liefst 60.000 juffen en leraren kwamen naar het Zuiderpark en het gros van de scholen staakte. Een algemene onderwijsstaking dus, op het juiste moment krachtig aangewakkerd door ‘PO in Actie’, mede opgezet door de onderwijsbonden en aangemoedigd door de rest. Nog lang niet alle eisen met betrekking tot de salarisachterstand en werkdruk zijn ingewilligd, de strijd gaat door.

Dagblad De Stentor schrijft nu (21 oktober) dat er verdeeldheid is ontstaan over de vraag of Jan van der Ven van ‘PO in actie’ nu voorzitter moet worden van ‘de Onderwijscoöperatie’, een club voor en door leraren, gericht op de inhoudelijke onderwijsontwikkeling. Die organisatie wordt bestuurd door de vakbonden en volgens De Stentor blokkeren die de benoeming van de voorman van ‘PO in Actie’. Terwijl ze op 5 oktober zo harmonieus leken samen te werken.

De ondertoon van het hele artikeltje is dat ‘meester Jan’ progressief, zelfs revolutionair is en de oude vakbonden wel wil vervangen door een brede beroepsvereniging, waar leraren direct lid van kunnen worden. Onafhankelijk van – wat genoemd wordt – ‘lidorganisaties’, dus van de vakbonden.

Het korte artikeltje kan ik niet een-twee-drie op waarheid controleren, maar bij dit concrete punt is wel een algemene vraag in het geding. Een vraag waarover de media graag hun eigen mening laten horen en zitten te stoken tussen vakbonden, achterban en actieve werknemers. De vraag is of de vakbond niet uit de tijd is, en ‘alles’ moet worden vervangen door directe inspraak. En dat bovendien ‘inhoud’ moet prevaleren boven ‘machtsstrijd’. Bestaat hier echt een onoverbrugbare tegenspraak?

Nu verdient ‘PO in actie’ alle credits op het juiste moment, met de juiste toon, actief en doeltreffend het basisonderwijs in beweging gezet te hebben. Alle lof.
    Maar ook de bonden verdienen lof. Wakkergeschud, zijn ze niet de concurrentiestrijd aangegaan, maar hebben in eenheid opgetreden. Mede waardoor de acties massaal en breed zijn.

Over zowel de spontane acties als de vakbondsstrijd kunnen voor de verdere toekomst kritische dingen worden gezegd. Hoe houd je zo’n spontane actie vol als dat voor langere tijd nodig is en ook tegenslagen te verwerken zijn? Niet alle spontane acties vallen goed, en ook in de sociale media opgezette acties hebben vaak maar voor een beperkt deel succes of beklijft het resultaat ervan te weinig. En voor de bonden zijn er natuurlijk de risico’s weer eens in de polder te verzanden.

De tegenspraak is echter wel op te heffen. Eigentijdse opgave is vooral de tegenstelling tussen ‘spontaan en machtsvorming’, en die van ‘inhoud versus macht’ te overwinnen. Beide invalshoeken tellen en zijn zelfs van groot belang. Koester daarbinnen de samenwerking. Benut de verschillende goede invalshoeken.
      Organisatie in een moderne vakbond is goed en een machtspositie in de politieke krachtenveld blijft noodzakelijk, juist wanneer meer krachten dan ooit meespelen. En tegelijk: houdt de bonden bij de les. Spontane actie prima, maar hef niet zo maar je eigen machtsposities op.
      En laat die kranten maar lullen.