woensdag 25 oktober 2017

Het voorzorgprincipe en de insecten


Voorzorg, het voorzorgprincipe. Voorkomen is beter dan genezen. Het is een eenvoudig principe, maar het wordt niet altijd ook zo eenvoudig toegepast. Want met risico’s valt veel geld te verdienen.
      Neem het gif, dat probeert men zo te maken, dat het geen ongewenste bijwerkingen heeft. Of dat ze in ieder geval niet opvallen.

Het voorzorgprincipe is een maatschappijkritisch ethisch principe dat wil vermijden dat een overhaaste invoering van nieuwe technieken desastreus uitwerkt. Het gaat hierbij onder meer om de bewijslast. Wanneer bedrijven een mogelijk schadelijk product op de markt brengen moeten zij de werkelijke onschadelijkheid bewijzen, niet de tegenstanders de schade.
      Het is een wetenschappelijke veiligheidsklep. Onbewezen veiligheid is politiek een onveiligheid. Maar helaas, bedrijven met hun invloed wringen zich in alle bochten om een schijnveiligheid tot het hoogste en zaligmakende goed te verheffen. Er staan dan meestal grote financiële belangen op het spel, waarvoor politici zelden ongevoelig zijn. Zelden weerbaar genoeg.
    Vaak gaat het om complexe veranderingen en producten. Wat is er makkelijker dan zich verschuilen achter een moeilijkheid? ‘We hebben het niet geweten?’

Het voorzorgprincipe kent in de filosofie al een hele traditie. De existentialist Martin Heidegger (1889-1976) gaf het een plaats in zijn techniekkritiek. Hij wees op de gevaren van een overheersende macht van de techniek, die de mens geweld zou aandoen.
      De filosoof Hans Jonas (1903-1993) wilde grenzen stellen aan de overheersende techniek en zei dat het voorzorgprincipe het primaat moest hebben. Dan is het een hanteerbaar ethische principe bij alle geweld van de techniek en het geld erachter. Gevaren uitsluiten, er niet aan beginnen als er bekende en nog onbekende risico’s zijn.

Dit principe is door de hedendaagse complexiteit van de (bio)technologie extra van belang. En ook omdat de huidige (digitale) media zo enorm handig en invloedrijk inspelen op de opvattingen van boer en burger. Die denkt: ‘Je wilt toch niet achterblijven?’ Of de boer kan het niet eens door de uitstaande leningen bij de kredietverstrekker, de bank.
    Voorzorg als primaat, als eerste beginsel als het om de aarde, de natuur en uiteindelijk het leven gaat. Dat is toch niet zo gek, zelfs voor de hand liggend in een samenleving die je graag wilt behouden? Mens en natuur als maatstaf boven een techniek, waarvan de uitwerking voor een deel een blind proces is. Om dat te beseffen hoef je geen filosofie te studeren.

En het gif, in het boerenbedrijf, valt het gebruik ervan echt niet op? Dan nog zou het voorzorgprincipe moeten gelden.
    Maar het valt wel op. Recent Duits onderzoek meldt een enorme teruggang van het aantal insecten. Probeer dan maar eens te bewijzen dat de intensieve landbouw daar niet schuldig of medeschuldig aan is. In Duitse natuurgebieden is er een terugval van maar liefst 75%. De reactie op deze nieuwe feiten is onder meer dat er meer onderzoek moet komen naar de oorzaken van de sterfte en teruggang.
      Oké, maar dat nieuwe onderzoek mag geen uitstel van maatregelen betekenen. Want ook bij bestaand gebruik geldt het voorzorgprincipe: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald! Stopzetten in het toelaten en gebruik van producten die mogelijk schadelijk zijn. De weerstand die dat oproept bij kapitalistische giganten als Monsanto moet de politiek maar op de koop toe nemen. Stopzetten én verder onderzoek. Niet eerst onderzoek en later pas wat doen.

Elk boek met enige ecologische inhoud vertelt je dat in de voedsel- en vruchtbaarheidskringlopen insecten een essentiële betekenis hebben. De mens weet dit al lang. Zo’n 10.000 jaar geleden ontdekte hij hoe planten en dieren te domesticeren. Hij leerde ook dat bijen in de landbouw een belangrijke bestuiver waren. Dat is nog altijd zo, uiteraard.
      Kennis over de ecologische rollen van insecten is alom verspreid. Ieder kan weten dat de huidige terugval in de insectenpopulaties voor alle leven een dramatisch effect kan opleveren.

Het voorzorgprincipe mag niet op het tweede plan komen. Dan heeft het immers in de praktijk niet meer het primaat. Het Europees Parlement heeft dat kennelijk wel begrepen. Het heeft zich nu in meerderheid uitgesproken voor een verbod op de zeer omstreden onkruidverdelger Roundup, een product van Monsanto. Maar ja, de lidstaten moeten nu beslissen en het mogelijke verbod gaat dan pas over vijf jaar in.
    Een klein succes dus, maar lang nog niet ten volle. En hier is echt veel aan de hand. Greenpeace meldde vorig jaar dat de verkoopcijfers van dit middel worden gemanipuleerd. Want de verkoopcijfers van het bestanddeel glyfosaat dat in Roundup zit, zijn  maar liefst vijf keer zo hoog als het Centraal Bureau voor de Statistiek beweerde.

Als je dat weet klinkt het helemaal niet onwaarschijnlijk dat insecten het loodje leggen. Weliswaar is dan de schadelijkheid van een dergelijk middel deels nog onbewezen, nog niet definitief, maar daarvoor hebben we het voorzorgprincipe. De producent moet, wetenschappelijk grondig en vanuit meerdere kanten getoetst, eerst de volledige onschadelijkheid aantonen. Bovendien moet onafhankelijk onderzoek dat ook doen, met harde gelijkluidende resultaten.
      Lukt dat niet, zijn er twijfels, dan weg ermee! Laat de voorzorg geen nazorg worden.







Krasser (Chorthippus parallelus)
 in het Kienveen bij Lochem