vrijdag 1 september 2017

Mondriaan op Zee en Kunst in de Openbare Ruimte









De vorige blog getuigt van bedenkingen tegen de Mondriaan-kwelder, het nieuwe plan voor de kwelderhoek bij Striep op Terschelling. 88 palen in de vorm van een kunstwerk van Piet Mondriaan als kwelder op het wad.
    Op de vorige blog kun je ook bovenstaande foto bewonderen, met Rosse Grutto’s en Bonte Pieten, Scholeksters. Deze is genomen vanaf de dijk bij ’t Sehaal, een plaat, een wat hoger stukje wad in ongeveer hetzelfde gebied als waar de Mondriaan-paaltjes moeten komen.

De genoemde bedenkingen mogen nog wel wat worden toegelicht. Voor Gemeente Almelo heb ik in 2010 een Visie geschreven over ‘Kansen voor de Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte’. Een enthousiast pleidooi voor integratie van kunst, cultuur, natuur, stad en omgeving. En dan nu tegen het kunstzinnige initiatief op Terschelling zijn, is dat te rijmen?

De foto hierboven. Deze is genomen vlak voordat alle vogels hier, naar schatting ongeveer 2000, waren gevlogen. Het was hoog water, nog vloed en dit is duidelijk een vluchtplaats voor grote groepen vogels. Wat was er behalve de vogels zelf op de dijk te zien?
    Eerst kwam een papa met twee kinderen hier pieren steken. De voorste vogels krabbelden wat terug, enkele gingen achteraan zitten, per saldo verschoof de hele groep wat.
    Vlak erna kwamen een stuk of vijf jongeren op de plaat aangeslenterd. Waarschijnlijk van de nabijgelegen jeugdcamping. Ze gedroegen zich netjes en rustig, diep in gesprek, dat wellicht ging over de maatschappelijke functie van de hedendaagse beeldende kunst. Ze keken verder niet op of om, en dicht bij de vogels gekomen vloog de hele groep Grutto’s en Bonte Pieten weg. De jongeren merkten het niet eens, zo te zien.

De visie over beeldende kunst die ik in 2010 schreef, aangenomen door de Gemeenteraad van Almelo, was een feestje om te schrijven. Met veel betrokkenen gesproken, waaronder kunstenaars, ontwerpers, stedenbouwkundigen en actieve wijkbewoners, met als conclusie dat je in de stad en omgeving heel veel met kunst kunt doen, veel meer dan hier en daar een beeld neerzetten. Integratie van beeldende kunst en veranderingen in het landschap passen hier zeker ook bij.
    Maar er zijn duidelijk ook contra-indicaties. Als er initiatieven zijn, maar de bewoners en andere betrokkenen worden vergeten, kan er dan wel een goede afweging worden gemaakt? Of als er wel geld is voor iets nieuws, maar onvoldoende voor goed onderhoud in de jaren erna, begin er dan maar niet aan!

Aan dat laatste moet ik vaak denken bij een eerder op de grens van Groningen en Drenthe uitgevoerd grootschalig project Semslinie Kunstlijn. Minstens een van de opmerkelijke objecten van dit project, nabij Hoogezand, staat er nu totaal verloederd bij. Een schande voor de kunst, de ontwerper, het landschap en de politiek. Op die manier had hier nooit aan begonnen moeten worden en was een tijdelijke manifestatie of installatie veel beter geweest.
    Kortom, bij integratie van kunst en ruimtelijke ontwerpen zijn er veel plussen, maar ook minnen. Die moeten worden afgewogen. Wat het zwaarst telt, moet het zwaarst wegen.

De voorwaarden en de plek. De hoek van de kwelder bij Striep wordt door vogels én vogelaars goed gevonden. Bij vloed, als het land langzaam onderloopt zitten er altijd mensen te kijken. Een prachtige plek. Qua sfeer valt hier niets te verbeteren.
    Een van de vogelaars die zich tegen het plan van de Mondriaan-structuur uitsprak noemde het feit dat vogels zich vaak beschermen door de weidsheid te benutten. Ze kunnen predatoren zien aankomen. Inderdaad kunnen dieren zich beschermen door beschutting te zoeken of (bijvoorbeeld) door juist het schijnbaar omgekeerde, door het beste zicht te houden.
      Zo zegt men wel van Drieteenstrandlopers dat ze met het ene oog voedsel zoeken, met het andere in de lucht kunnen blijven kijken, om de slechtvalk tijdig te ontdekken. Dat zegt dus ook iets over de vorm van het vernieuwde land, met als vraag of de Mondriaan-structuur wel het beste is.

In de overwegingen moet toch een grote rol spelen of de kwelderversterking een publiekstrekker moet worden, zoals de initiatiefnemers die de lokale economie ermee willen versterken menen, of in de eerste plaats een natuurlijk geheel moet blijven vormen. Een natuurlijk geheel dat het land beter beschermt en rijke mogelijkheden voor vogels en andere dieren biedt en blijft bieden. Minstens op hetzelfde niveau als nu.

Misschien kan het hele plan, en met name de Mondriaan-vorm, gewoon op een andere, minder kwetsbare plek worden toegepast.
      Vooral moet er aan de dijk geen publiektrekker staan dat alle publiek concentreert op één punt, zoals een uitkijktoren doet. Komt er dan ook niet al spoedig een terras en ijscokraam bij? Die zijn welkom, maar toch niet op zo’n plek?
    En komen er dan ook zoemende drones om Mondriaan van bovenaf te herkennen, bewonderen en fotograferen? Moet je die vervolgens dan weer gaan verbieden? Een extra toekomstig conflict is zo bedacht.

Vogelaars zullen hier altijd komen. En als bij dijkjes met opmerkelijke vormen op een bordje te lezen staat dat Mondriaan hiertoe inspireerde, zullen genoeg mensen dat lezen. Maar dat kan verder geheel zonder pretpark.
    Het mooie van de huidige plek is dat het publiek nu gespreid wordt en er dus geen hekken en afzettingen nodig zijn. Dat moet bij de verbeterde en versterkte kwelder zo kunnen blijven.

Alles afwegend is het huidige plan niet optimaal voor vogels en het publiek. Dat weegt het zwaarst. Met die stelling wordt Mondriaan niet tekort gedaan. Het land hangt momenteel vol met Mondriaan-achtige afbeeldingen en zonneschermen. En aan de dijk, op een betere plaats of een andere manier, kan er vast wel meer mee worden gedaan.
    Blijft nog de kleine vraag over wat voor volk dit is dat inspiratie door kunst graag giet in hokjes, vakjes en paaltjes met een beoogd economisch effect. Was het zo bedoeld?