dinsdag 18 juli 2017

Overlevingskunstenaars op vleugels


Pas stond er weer eens in de krant dat een deskundige nu definitief bevestigde dat de opwarming van de aarde funest is en dat de wereld overvol wordt. Onder moeilijke condities vecht alles en iedereen voor een plekje, met alle risico’s van dien. Oorlog, veelvormig geweld en onveiligheid, verspillende concurrentie, massamigratie, van alles ligt op de loer.
    Beetje vreemd deze nu toch wel bekende en overtuigende waarheid als nieuws te brengen. Toch? Of juist niet, want er zijn nog altijd mensen voor wie dit nieuws is, of nog niet eens.
      Vraag je je wel eens af wie in de toekomst de beste overlevingskansen heeft, mens of dier? Wie of wat komt hiervoor het beste in aanmerking, even los van de vraag over de morele rechtvaardigheid ervan?

Vermoedelijk zijn er vogels met een mooie kans op overleving. Natuurlijk hebben veel vogels het zwaar en is hun voorbestaan in het geding.
    Maar als je sommige vogels ziet, wat ze kunnen, in wat voor situatie ze nog altijd hun jongen grootbrengen, petje af! Laat ik eens drie vogels presenteren voor wie ik mijn pet wel afneem.

Op het Portugese Waddeneiland Armona zagen we onlangs weer eens Dwergsterns (Sterna albifrons) en diverse paartjes van de Strandplevier (Charadrius alexandrinus). Wat deze soorten onder meer gemeen hebben is dat ze gewoon midden op het strand kunnen nestelen. Een beetje hoger dan de gemiddelde vloedlijn.
      En waarin ze bijvoorbeeld verschillen? De Dwergstern is fel wanneer er gebroed wordt of er jongen zijn. De niets vermoedende badgast die te dicht bij komt riskeert duikvluchten en veel gekrijs vlak boven zijn hoofd. De Strandplevier daarentegen lijkt je eerder met zachte geluidjes van het nest weg te willen lokken, daarbij hevig op en neer wippend, met een soort buiging.

De vogels zijn mooi, op hun eigen wijze. Het zijn overlevers in de frontlinie. Het lijkt soms wel of ze de confrontatie opzoeken, broedend net aan het begin van een strand waar ook mensen komen. En op lange lege stranden denk je dan, waarom zie ik hier geen strandplevier? Maar dat kan toeval zijn.

Op het Nederlandse strand zijn ze soms ook te zien. Maar de bedreiging door de Nederlandse badgast lijkt groter dan die van de Portugees.
      Op een beperkt deel van de Noordsvaarder van Terschelling staan de laatste jaren borden die verzoeken daar in het broedseizoen niet te komen vanwege de strandbroeders. Een keer zag ik aldaar een duo hardop babbelende dames recht op zo’n bord aflopen. Maar er even op kijken, ho maar! Ze sjokten zo luidkeels dit kwetsbare gebied binnen. Zal de Portugees ook wel doen misschien, maar dat heb ik nu even niet kunnen waarnemen.

De derde overlever waar hieronder een plaatje van wordt gepresenteerd is de Zwarte Roodstaart (Phoenicurus ochruros). Ik geloof dat deze vogel ook officieel het goed doet, maar in mijn blikveld doet hij dat zeker. Ook helemaal niet bang voor een beetje drukte. Je ziet hem op bedrijfsgebouwen en soms op straat. In het al genoemde Portugal zagen we hem ook op rotsen en eronder op het strand.

Die rotsen en alles wat daar op lijkt, en kennelijk de vliegjes die er te vangen zijn, dat trekt de Zwarte Roodstaart aan. De foto’s hieronder komen niet van Armona, maar van een Atlantische rots en uit een gewoon binnenstadsstraatje van Coimbra.
    Het leuke was ook dat bij thuiskomst in onze eigen straat vrolijk wipte: de Zwarte Roodstaart. Niet meer weg te krijgen? Er moeten natuurlijk nog wel insecten overblijven om te vangen en zo de vogel met zijn jongen te voeden.
      Tot op heden lijkt hij echter vooral te zeggen: ik blijf nog wel een poosje.


Hieronder achtereenvolgens de Dwergstern, de Strandplevier en de Zwarte Roodstaart.