donderdag 14 januari 2016

Waarom geen politiek gesprek met de PKK?


De Koerdische Arbeiderspartij (PKK) en haar leider Abdullah Öcalan zitten voor de NAVO, Turkije, maar ook voor Nederland in het verdomhoekje. Al is dat enerzijds zwak uitgedrukt, maar gaat het anderzijds om heel een dubbelhartige houding. Want de NAVO en de EG-landen laten de Koerden maar al te graag de kastanjes uit het vuur halen in het noorden van Irak en Syrië.
      Redenen van de dubbelhartigheid? Die zijn geopolitiek, gebaseerd op slechte argumenten van verkeerd begrepen kapitalistisch eigenbelang en ook nog een kromme moraliteit.

Die dubbelhartigheid en de steun aan Turkije in de onderdrukking van de Koerden moet eindelijk eens ophouden. Er zijn 35miljoen Koerden, het gaat om een volk met een identiteit, een taal en met het gevoel van een natie. Waarom zouden ze geen staat mogen vormen in een gebied dat vandaag de dag bepaald is door grenzen, die in hoge mate kunstmatig zijn, uit kolonialisme en oorlogen ontstaan?
      Met een staat bedoel ik niet per se één bepaalde vorm. En zeker vind ik niet dat het goed is dat elk bevolkingsdeel dat zich binnen een land weet te onderscheiden, altijd een eigen staat moet vormen. Voorbeeld: het uiteenvallen van Joegoslavië in ministaatjes destijds was geen vreugdevol proces. En zie de resultaten. Hoe nu de bevolking van Kosovo, met minder dan twee miljoen overgebleven inwoners, een welvarende economie voor haar burgers op kan bouwen lijkt vooralsnog een groot raadsel.
      Wat de Koerden betreft, het getal van het volk zegt ook niet alles. Maar de combinatie van identiteit, omvang, breed gedragen politieke wensen en sociale doelen binnen een langere termijn verhaal, vereisen minimaal het einde van de onderdrukking en een stevig politiek gesprek over de toekomst.

Maar de angst regeert. Abdullah Öcalan werd in 1999 gearresteerd. Zijn strafzaak was een farce, ook volgens het Europese Hof. En slaafs de Turkse wensen volgend, hebben de meeste Westerse landen de PKK ook tot terroristische organisatie bestempeld. Nederland zit ook op die lijn. Terroristisch, onder meer vanwege vermeende drugs- en wapenhandel door de PKK. Dat is interessant, want als de wapenhandel een criterium is, is ook Nederland een terrorist, en misschien dan ook ieder die de Nederlandse regering steunt. Tegenwoordig ben je zó een terrorist.
    Kapitalisme, geopolitiek en de vermeende belangen van de NAVO en de EG aan de zuidflank bepalen hier de politiek. Maar sinds de uitdijende Afghaanse, Irakese en Syrische oorlogen is de militaire tactiek vastgelopen. Het militaire belang heeft de oorlogen opgeroepen en versterkt, en gaat aan de eigen strategie ten onder. Zoals dat nu blijkt en men helemaal niet zonder de Koerden kan.

Daarmee ontstaan nieuwe kansen, nu de Koerden in het noorden van Syrië, in Rojava met vernieuwende politieke bestuursvormen experimenteren, en tot nu toe vooral kracht, eenheid en sociale participatie uitstralen. Öcalan moest in het gevang misschien noodgedwongen stilzitten, hij hield niet op na te denken. Hij riep de strijders op de wapens neer te leggen, maar dacht ook na over de toekomst.
      Öcalan heeft zich afgelopen tijd georiënteerd op niet-dogmatische vormen van socialisme, met name op de ideeën van de libertaire socialist Murray Bookchin (1921-2006). Die vormen nu een inspiratiebron in Rojava. En wordt dit nu een paradijs op aarde? Langzamerhand dringt het elders op de wereld door dat in Rojava iets bijzonders gebeurt met onder meer de democratische bestuurlijke organisatie en participatie van vrouwen. Maar in de huidige context is een paradijs op aarde – voor het geval men daar in gelooft – niet mogelijk. Het risico bestaat dat in plaats van Rojava te steunen criticasters op alle slakken zout gaan leggen en hervormers het nóg beter denken te weten.
      Rojava betekent vallen en opstaan, maar de meeste verslagen laten tot nu toe veel positiefs zien. Ook met mogelijkheden voor de regio, voor Syrië, wanneer dat in andere vorm door moet gaan als staat, met mogelijk andere grenzen. Waarom geen Rojava én Syrië, naast elkaar? Turkije en de NAVO zullen er niet om staan te springen. De NAVO koestert nog de dubbele moraal, de Koerden laten vechten en hen tegelijk alle rechten ontnemen.

De Koerden die hier nu echt stappen vooruit proberen te zetten verdienen steun. Steun kan er zijn door de PKK uit het verdomhoekje te halen, Öcalan vrij te laten en een stevige dialoog over de toekomst op te zetten. Ook Nederland kan dat standpunt innemen, los van wie dan ook.
      Voor Turkije zou dat eerst flink slikken, maar op de langere duur vooral een vooruitgang zijn. Marx zei ooit dat een land nooit vrij kan zijn, zolang het een ander volk onderdrukt. Wil Turkije haar eenzijdige onderdrukkingspolitiek tegenover zo’n groot volksdeel nog vele tientallen jaren volhouden? Dat is voor iedereen uiterst contraproductief en een dure zaak.
      Hoe dan wel, hoe moet dit statelijk en politiek dan in het vat gegoten? Juist daarover kan men spreken, zonder op voorhand precies te hoeven weten wat die ene juiste oplossing is. Meerdere daarvan zijn goed denkbaar.






Wil je een heel informatief boek lezen over de Koerden en de rol van Turkse overheid? Lees dan vooral: Fréderique Geerdink, De jongens zijn dood, Een journalistieke reis naar de kern van de Koerdische kwestie in Turkije, Uitgeverij Spectrum, Houten, Antwerpen 2014, ISBN 9789000316861