maandag 30 maart 2015

De nieuwe winstmaximalisatie


In tijden van crisis en verandering is het een tautologie dat er wat moet veranderen. Een bijverschijnsel – van alle tijden – is dat er mensen zijn die dan menen dat alles eigenlijk al anders is. Wat moet worden, zien ze al staan. Vaak met hun eigen invulling van vooral de vermeende mooie kant van de zaak. Vergeten worden dan maar al te vaak dat de verandering sociaal en progressief kan zijn, of omgekeerd een terugval van het oude met wat uiterlijke nieuwe vormen als bijverschijnsel betekent. In het laatste geval hebben we oude wijn in nieuwe zakken. Nederland kantelt? Als je je ogen sluit voor dat wat niet kantelt, kantelt alles.
    Hier moest ik aan denken toen ik vorige week de e-mail nieuwsbrief van re.Public kreeg met de aankondiging dat de website re.Public per 1 april helemaal stopt. Uitgeverij Sdu gaf een kleine tien jaar geleden het papieren tijdschrift re.Public uit. Dat full colour tijdschrift werd steeds dunner, daarna was er alleen nog de website en de nieuwsbrief, met een steeds magerder inhoud. Nu niets meer, de reden: ‘Vacatures waren destijds de kurk waar re.Public op dreef. Nu deze markt niet aantrekt, heeft Sdu besloten met re.Public te stoppen.’

In de hoogtijdagen van het blad was het een en al euforie. Terwijl de wereld nog maar mondjesmaat bekend was met ‘Het Nieuwe Werken’, stond dit blad er al helemaal vol mee. De jonge ambtenaar (ambtenaar 2.0) was verantwoordelijk, flexibel, creatief, netwerker pur sang, solist en teamspeler tegelijk, en uiterst productief. Hij kende natuurlijk ook geen 9-tot-5-mentaliteit. Niet langer was de wethouder de inhoudelijke inspiratiebron, maar de communicatie van de sociale media.
    Dat was natuurlijk wel mooi, maar als ik terugdacht aan mijn start – inmiddels zo’n 40 jaar geleden – als jonge HBO-docent, dan waren we toen al creatief, verantwoordelijk, communicatief en stelden we jaarlijks op grond van discussie en evaluatie met studenten de programma’s bij. En van een 9-tot-5-mentaliteit hadden we nog nooit gehoord. Ik geef hierbij gelijk toe, dat ik geluk had. Niet op alle onderwijsinstellingen had je zoveel ruimte én verantwoordelijkheid.
    En dat werd minder. Tijdens top-down opgelegde herstructureringen in de jaren tachtig werd het zogeheten ‘tijd- en plaatsgebonden werken’ ingevoerd, een begin van een reeks maatregelen die veel kunde en creativiteit ondermijnden en de 9-tot-5-mentaliteit erin ramde. Gevolg was ook dat medezeggenschap steeds minder ging over onderwijsontwikkeling en steeds meer over vakantiedagen. Aan die ontwikkeling moest ik denken bij het enorme elan dat re.Public in het begin uitstraalde. Zou de bureaucratie niet met alle mooie creativiteit aan de haal gaan?

Het resultaat is op veel fronten droevig. Creatief en flexibel is veelal gewoon een maximale uitbuiting geworden, waarin plooibaarheid inderdaad bestaat en verantwoordelijkheid een afrekencultuur werd. Vaste contracten zijn massaal vervangen door goedkope losse, vaak kortdurende verbanden en uitbesteding. Grondige scholing veel te vaak door bijspijkerbijeenkomsten. In de ‘nieuwe’ pogingen tot winstmaximalisatie en bezuiniging op de lonen concurreert de hele maatschappij zich naar een dieptepunt.
    Inderdaad zijn de gehoopte beloftevolle vacatures uitgebleven. Het schamele lijstje was geen basis voor winstgevende exploitatie meer. Het woord ‘flexibel’ wordt vaak op een andere toon uitgesproken dan een paar jaar geleden.