woensdag 1 oktober 2014

Rare kritiek (Pleidooi voor Emile)


‘Het zijn allemaal ratten!’ Pas had ik een korte discussie met iemand die buitengewoon kritisch was. Zó kritisch dat hij geen enkel vertrouwen meer had in de politiek. Het is allemaal eigenbelang en ze verraden je steeds weer. Nooit weer stemmen, helemaal afgehaakt van de politiek.
    Direct daarop volgde: ‘Ook Emile Roemer bakte er niets van’, doelend op de Algemene Beschouwingen van begroting 2015, in de Tweede Kamer op 17 september.

Lijkt logisch, de kranten kopten er vrolijk op los toen Roemer even geen gevat antwoord had volgens het geijkte stramien. Met plezier deden ze er nog een schepje bovenop, Roemer zou met zijn mond vol tanden hebben gestaan. Nu heb ik destijds in gemeenteraad ook wel eens niet direct het scherpe antwoord paraat gehad waarop men zat te wachten. Dat komt voor en is dat erg?

Bakte Roemer er niets van? Als je er beter over nadenkt speelt hier rare kritiek, tegenstrijdig. Even aarzelen, even niet alle feiten paraat die horen bij het denkkader van de opponent, so what? Het is de pers die er overheen valt. Het is de ongelofelijke ad-hoc snelpraat, de hupsakee-cultuur, zeker ook gepropageerd door de media waar ieder in mee moet rennen.

Maar wat deed Roemer nu precies?
    a – hij bleef de bezuinigingen op de zorg aanvallen, als een van de weinigen,
    b – hij verloor zich niet in feitjes, maar had het over de politieke hoofdzaak. Dit mede in het licht van de idee dat je niet achter een Centraal Planbureau aan kunt blijven lopen, dat denkt vanuit het gevestigde kader en vooraf bepaalde keuzestrategieën,
    c – hij maakte zich er niet met een flauw grapje van af. Even leek het die kant op te gaan, maar gelukkig liet hij dat na,
    d – en vooral: hij irriteerde vrijwel alle partijen, omdat die zich neerleggen of het initiatief nemen bij de asociale bezuinigingen, en daarbij tegelijk proberen hun sociale praatje te redden.
    Dat laatste is de kern, de SP is hierin de meest consequente partij in de 2e Kamer, zeker van de grote partijen.

Toen ca. 1890 Ferdinand Domela Nieuwenhuis socialistische en voor de arbeiders dus zeer sociale eisen stelde in het parlement en hierover sprak, gingen andere partijen met de rug naar hem toe zitten. Dat gedrag is als het erop aan komt weinig verandert. Als het om de feitjes van het privéleven van socialisten gaat willen de media Roemer wel aan het woord laten. Als hij echter consequent slechte voorstellen verwerpt en niet het geld, maar wel de zorg voor mensen en de zorgen van mensen centraal stelt, beginnen veel Kamerleden met hun papieren te ritselen. Of met de I-pad te surfen.

Het kan soms wel beter, maar overdrijf niet zo. Wat is er mis mee als Roemer soms even aarzelt? Is de politiek alleen voor gevatte snelpratende types? Het zijn niet allemaal ratten.
      Politici die sociale waarden als zorgzaamheid en goede zorg blijven verdedigen: dat zijn de goede politici! Een simpele veralgemening is foute en rare kritiek. Te makkelijk, een vlucht. Het lijkt kritisch, maar je loopt gewoon achter de Wereld-Draait-Door-etalage aan. Of nog erger. Heel gevat, maar leeg. Je kritischer voordoen dan de rest, maar intussen wel gewoon de krant of de tv napapegaaien…

‘Framen?’ Het is niets nieuws. Rechtse kranten en het overgrote deel van alle media vinden dat je wel even wat mag zeggen (hup vlug, a.u.b. en dan weer vergeten!), maar vervolgens heel het neoliberale circus mee moet spelen.
      Pleit liever voor politici die hun waarden trouw zijn. Ze zijn er met te weinig, maar ze zijn er. Kritiek moet er beslist zijn op geschikte momenten, maar overdrijf niet. Cynisme is de dood in de pot. Je laat de politiek over aan rechts en een goed gesprek is er nauwelijks meer over mogelijk. Fout perspectief. Leve de integere politici, zelfs al zouden er nog maar een paar van over zijn.