vrijdag 18 juli 2014

Onze esdoorn


We hebben zo’n tuin waarbij sommigen direct zeggen: ‘Doen ze daar niets aan?’ En mix van geordend en wild, cultuur en laat-maar-lopen. De tuin is aardig in balans, in het voorjaar wat stinzenplanten, de rest van het jaar bloeit er ook vrijwel altijd wel wat. Vogels, vlinders en beestjes zijn er welkom, dat laten ze ook wel merken.
      Soms wordt ‘Doen ze daar niets aan?’ niet eens hardop gezegd, maar meer impliciet. ‘Die esdoorn kun je zelf niet meer kappen.’ Ze zouden er maar wat aan moeten doen.

Deze esdoorn hoeft helemaal niet weg. De esdoorn, ahorn, Acer en in ’t Engels maple tree staat er mooi bij. Hij is wat groot inmiddels, maar op een tropische dag zit je er heerlijk in de schaduw. Welbeschouwd zitten er ook steeds vogels in, die de boom wel zien zitten.
    Zo’n vijfendertig jaar geleden toen de tuin nog een zandbak was van onze nieuwe doorzonwoning, hebben we wat jong uitlopend gewas in de tuin gezet. Achterin een jong esdoorntakje, van misschien dertig centimeter. Eigenlijk drie aan één steeltje. Deze drie zijn vanuit één stam uitgelopen tot drie grote bomen van zo’n vijfentwintig meter of nog wat. Zo zijn wij zijn van die zeldzame mensen die echt nog weten wat de heilige drie-eenheid betekent.
      Met zijn groei is hij nu een echte hoogheid geworden en kan nog tot ongeveer vijfendertig meter opklimmen. Die kan ik inderdaad zelf niet meer kappen. En hij blijft er zolang wij hier wonen ook gewoon staan. Bij de buren zijn de meningen misschien wat verdeeld, maar de naaste buren die er echt wat schaduw van krijgen vinden hem prima.

Nu kunnen we nog zeggen ‘onze esdoorn’. Hij zal ons wel overleven. Wanneer een volgende generatie bewoners ons huis ooit gaat bewonen, kan de drievuldige esdoorn zeggen ‘Kijk, onze bewoners!’ Dan is de boom de baas en geen lijdend voorwerp meer. Al schijnt een ‘gewone esdoorn’ maar zo’n vijfhonderd jaar oud kan worden. Maar wie zegt dat dit een gewone boom is?