donderdag 12 juni 2014

Alain Badiou


Probeer eens een beknopte blog over de Franse filosoof Alain Badiou te schrijven. Hij schrijft over veel zaken, kunst en politiek, en probeert tegen de stroom in de idee van het communisme positief te bewaren. Tegen de stroom? Tegen diverse stromen, kun je beter zeggen. Niet alleen zullen weinigen zo openlijk communistisch proberen te denken, hij keert zich ook tegen het postmodernisme. De postmodernen menen dat er geen waarheid meer bestaat, Badiou dat dit wel zo is. Tegen de stroom? Paradoxaal zegt men dan ook nog dat hij momenteel de meest invloedrijke Franse denker is. Maar dat is wel vaker over Franse denkers gezegd. Genoeg om over te hebben. Deze blog is alleen beknopt te houden door tegelijk te beloven nog eens op deze fransoos terug te komen. Bij deze beloofd dus.

Hoe kort dan ook, ik vind er wel wat van. ‘Tussentijds’, kan ik beter toevoegen. Badiou schrijft zo veel en soms met grote woorden, dat een mening niet zomaar definitief kan zijn. Je zou er een quiz van kunnen maken. Waarmee eens en met wat niet? Zijn leermeester is Louis Althusser, dat zegt wel iets, ook over Fransen die grote woorden gebruiken, maar dit is slechts een feit, geen oordeel. Dat hij zelf nog al eens termen van nieuwe betekenissen en contexten voorziet zegt ook weinig. Het went, lees het nog maar een keer.

Dat linkse denkers vooral over kunst schrijven is begrijpelijk. Kunst representeert in beelden ideeën, ook in niet-beelden reflecties, zoals van tegenspraak, er niet bij horen, je radicaal ergens anders mee engageren, de zoektocht naar het andere, zoals het betere leven, enzovoort. Postmodernen vluchten wellicht in kunstverhalen, van Badiou kun je dat niet zeggen. Ook op andere thema’s laat hij zich gelden. Direct politiek: Badiou sprak zich in 2011 uit tegen NAVO-bombardementen op Libië. Was hij dan voor Kadhaffi? Hij lette vooral op het westerse oogmerk, op de machtspolitiek. Het pleit voor hem.

Met Badious dialectiek is wat aan de hand. Hij pleit voor ‘de idee van het communisme’. De idee die totaal tegengesteld is aan de inkapseling in de normale machtsstructuren. De idee van de uitzondering die zich onderscheidt van het gangbare leven. Zoiets. De linkse man gaat zover deze idee nog te herkennen in de Chinese Culturele Revolutie. Maar daar hoort dan – vrees ik – wel een aanduiding bij van het niet-communistische in dezelfde praktijk.
    Maar de idee van het communisme is natuurlijk ook de diepe steeds terugkerende menselijke streving naar een eigen niet onderdrukt leven, de bron van de Chinese revolutie, ongetwijfeld ook van het christendom en van nog heel wat opvattingen. Ook het christendom? Jezus kán toch niet zomaar voor niets gekruisigd zijn?
      Over de uitwerking van de analyse kunnen meningen verschillen, de idee van het communisme kan daadwerkelijk als een kracht worden benoemd, steeds weer, steeds nog. Zeker als iedereen gaat roepen dat het helemaal achterhaald is. Al durven anderen dat niet zo hardop te zeggen als Badiou. Het pleit voor hem.

Toch is met Badious dialectiek nog meer aan de hand. Zij doet zo denken aan de discussies in het vroege radicale liberalisme en socialisme, zoals ook van de utopisten. Maar als ik Badiou lees herinnert dit mij nog meer aan de linkse hegelianen en aan de filosoof Ludwig Feuerbach, die ook een totaal nieuwe filosofie voorstond.
    Maar daar maakte Marx, voor een deel instemmend, op een radicale manier een eind aan. Marx pleit voor de praktijk van de omwenteling, meer dan van de idee alleen, en analyseert dan vooral de uitbuiting en de onderdrukkende zichzelf reproducerende economische structuren. Die moeten vervangen worden vanuit de communistische idee, anders wordt het met de rest ook niks. Dat verband met de economische structuren lijkt bij Badiou te worden onderbelicht.
      Al is Badiou nog niet helemaal uitgelezen, hij doet me filosofisch vooralsnog sterk denken aan de inzet van Feuerbach en de strijd tegen vervreemding uit die periode van ca. 1840-1845. Tegen vervreemding, tegen de normalisatie van de persoon. Met dit verzet is weinig mis. Badiou maakt de discussie over communisme, kunst en politiek gewoon weer actueel. Prima.
      De idee als idee van het communisme is daarbij een waarde op zich. Onuitroeibaar, zolang er mensen zijn met idealen. Een krachtig idee, bij herhaling sterker dan de schaamte ervoor. Zoals Marx deze al als een spook met reële macht had benoemd in het Communistisch Manifest.

Bij denkers als Badiou en andere Fransen of een Italiaan als Antonio Negri proef je in de zware terminologie nog de overspannen verwachting van Mei ’68. En dat van de communisten uit die tijd, die dachten dat Hegels filosofie – weliswaar nog niet perfect – de fasen van de geschiedenis aanduidt, alsmede dan ook het einde ervan, de hoogste ontwikkeling, de bevrijding.
      Een dialectische filosofie, die steeds nieuwe samenhangende ontwikkelingen herkent, kent echter nooit een einde. Marx begreep dat beter, door én de samenhang van maatschappelijke verschijnselen beter te bestuderen, én door geen hemel op aarde te beloven, maar iets bescheidener vooral een beter begin voor de mensheid. Noch in het Communistisch Manifest, noch in Het Kapitaal voorspelt Marx een definitief einde. Al las men dat er soms wel graag in. Vooral door niet alles te lezen. En inderdaad, zal ik Badiou ook wel eens verder lezen. Belangrijk genoeg, ook als Franse denker.




Literatuur? Op internet zijn diverse artikelen over Alain Badiou te vinden, alsmede enkele titels.
Lees dan vooral ook: Joost de Bloois, Ernst van den Hemel, Alain Badiou, Inesthetiek: filosofie, kunst, politiek, Uitgeverij Octavo, (Amsterdam) 2012, ISBN 9789490334123.