woensdag 19 februari 2014

Biodiversiteit, vrijheid en chaos


Biodiversiteit bepaalt mede de vrijheid van de mens. Het heel heldere essay over biodiversiteit van Gerard Jagers, ‘De soortenstorm, Het nut van biodiversiteit’, leert over dit onderwerp dat het om veel meer gaat dan de vraag of biodiversiteit leuk of interessant is. Dat het alleen maar een subjectief idee over nut zou zijn.
    Bij het uitsterven van soorten speelt de onomkeerbaarheid van het proces een rol. (zie p. 19) Misschien ontstaan er daarna wel veel andere soorten, maar het terugdraaien van de loop der geschiedenis is lastig, zo niet onmogelijk. Want bij uitsterven treedt er vaak verlies
aan mogelijkheden op, niet makkelijk herstelbaar. Of misschien pas op de lange termijn van duizenden jaren.

Een kernpunt van het essay is de vrijheid, die verder gaat dat de vrijheid van de mens. ‘De inname van vrijheidsgraden betekent het realiseren van potenties.’ (p. 36) De wereld en de kosmos bieden mogelijkheden, deze zullen door mensen en organismen worden benut, op één of andere manier.
      Menselijk gezien klinkt dit niet vreemd. Proberen tieners niet hun grenzen te ontdekken en worstelen ze niet heftig met het al dan niet overschrijden ervan? Het geldt trouwens niet alleen voor tieners. Zo laat de huidige digitalisering zien dat tal van mensen dingen doen die zij vroeger niet eens bedachten. Omdat het nu kan en vroeger geheel buiten bereik lag. Voor ‘de’ democratie wordt dit nog een flinke opgave, niet alleen in Nederland.

In ‘De soortenstorm’  gaat het zoals gezegd om meer dan subjectiviteit. Vrijheid als het innemen van de ruimte die in verschillende vrijheidsgraden bestaat, komt voor bij alle leven op grote schaal tot en met het uiterste microniveau. Bij biodiversiteit is er sprake van verschillende vrijheidsgraden, die dus benut kunnen worden.
      Ten eerste volgt hier al uit dat voor de mens zelf bij biodiversiteit nut bestaat, dat er meer mogelijkheden ontstaan. Breder gezien bestaat er een gelaagdheid van leven, van de werkelijkheid en van vrijheidsniveaus, waardoor er ook een hiërarchie van leven bestaat. Ingekaderd in deze hiërarchie – hier niet als rangorde van belangrijkheid bedoeld – leven verschillende organismen en ook de mens.
      Dus ten tweede leeft de mens ook binnen dat geheel. Verdwijnen er nu lagen tussenuit, dan krijgen boven en onderliggende lagen daar last van. Zoals door uithongering. Dus biodiversiteit is nuttig voor veel meer dan enkele specifieke levensvormen op een bepaald niveau.

Belangwekkend naar mijn idee ook voor het sociale en politieke leven, is in het essay de volgende uitspraak: ‘De biodiversiteit ontwikkelt zich als het ware tot aan de rand van de chaos.’ (p. 62)
      Levende wezens zoeken, net als de hierboven genoemde tiener, zo veel mogelijk ruimte waarop nieuwe presentaties van levensvormen mogelijk zijn, om die daadwerkelijk te realiseren. Maar aangezien in een specifieke situatie niet alles kan, bijvoorbeeld door concurrentie en gebrek aan voeding of water, worstelt men met de (bij wijze van spreken) half overschreden grens. Moet je terug, kun je het aan, wordt het niet té chaotisch? Te chaotisch, dan is er geen structurele ruimte, geen duurzame mogelijkheid om zó te bestaan.
    In de huidige politiek, niet in de laatste plaats door de digitalisering, de rol van media, het wegvallen van structurele (acceptabele of verwerpelijke) verbanden als de koude oorlog, zichtbare klassenstrijd, verzuiling, kortom door een overmaat aan mogelijke vrijheidsgraden, bestaat er een groot risico voor chaos. Cynisch gezegd bestaat daarom de langdurige oorlog in Syrië (al kan ik me vergissen). En bij dat risico ontstaat omgekeerd direct het nieuwe risico, dat men een veilig heenkomen zoekt in té vaste, autoritaire of gewelddadige structuren.

Dat alles en nog meer komt op bij het lezen van ‘De soortenstorm’. Het is een wetenschappelijk onderbouwd verhaal, al zullen bij sommige deelpunten misschien vragen rijzen. Het is goed verder te kijken dan de vraag of biodiversiteit ‘leuk’ of slechts abstract gezien noodzakelijk is, maar de diverse lagen hierin te onderzoeken.
      De conclusie van dit essay, vooral ook gebaseerd op de genoemde vrijheidsgraden en de mogelijkheid reële potenties te benutten, luidt: ‘Uiteindelijk is het universeel nut van biodiversiteit samen te vatten als het bieden van een open hand voor het ontstaan van steeds geavanceerdere levensvormen.’ (p. 118)
    Die open hand drukt op zich al vrijheid en respect uit. Dat is meer dan nuttig.






Bron: Gerard Jagers, ‘De soortenstorm, Het nut van biodiversiteit in evolutionair perspectief’, KNNV-uitgeverij, Zeist 2012, ISBN 9789050114356

Dit is de tweede weblog naar aanleiding van ‘De Soortenstorm’. De eerste, zie 1 december 2012, Evolutie en het teleologisch argument.