maandag 5 november 2012

Olifantje, Olifant


‘… Een sceptisch ingesteld iemand zal hiertegen inbrengen dat je niet veel kunt verwachten van zo’n gesprek, omdat de olifant niet alleen geen antwoord gaf, maar ook vredig doorsliep. Dan ken je olifanten niet. Als iemand hun iets in het oor fluistert in het hindi of bengali …’
Uit: José Saramago, De tocht van de olifant (p. 116).



Op 1 november zagen we de hele dag een vertederend beeld: olifantje, een jongetje, geboren in dierenpark Amersfoort. Dat heb je vast wel gezien.
Kijk, de moeder trapt haar kind, om de reflexen te stimuleren. Dat gaat helemaal goed!

Dezelfde tijd: het nieuwe kabinet wil wilde dieren verbannen uit het circus.
Is dit een gebaar voor de dierenliefhebbers en ethici nu een verbod op ritueel slachten natuurlijk van de agenda af moet bij dit VVD-PvdA-kabinet? Of is het symboolpolitiek om groene oppositie te smoren?
Vrijheid voor de wilde dieren. En dat olifantje dan, in gevangenschap geboren. Laten ze dat binnenkort los?

Ken je het prachtige boek van Nobelprijswinnaar José Saramago, ‘De tocht van de olifant’? De plot ervan is simpel. Koning Jan de derde van Portugal geeft in 1551 zijn in Indië veroverde olifant aan de grote vorst Maximiliaan van Oostenrijk. De olifant als huwelijkscadeau. Onder escorte wordt de olifant met zijn verzorger eerst naar Valladolid gebracht, waar Maximiliaan verblijft. Daarna sjokt een hele karavaan, weer en wind, en daarna vooral sneeuw trotserend, naar Wenen. Eenvoudig verhaal, bijna een sprookje. Natuurlijk maakt Saramago er weer een prachtverhaal van waarin hij gezag en orde, en vooral de dubbelzinnigheden en doortraptheid van kerkelijke prelaten op de korrel neemt. Geschreven in zijn onnavolgbare ironische en humoristische stijl waar je even aan moet wennen, maar die dan beeldend en ritmisch is.

Het hele verhaal kent slechts één die nooit iets doms doet. Dat is de olifant. Wanneer sjouwers van de karavaan afscheid nemen, moeten ze natuurlijk ook de olifant gedag zeggen. Je kunt mensen echter niet leren hoe je dat moet doen, maar de olifant is bereid te leren van mensen afscheid te nemen: ‘Je kunt omarmd worden door een olifant, maar hoe moet je zelf een olifant omarmen. En een hand geven zou domweg onmogelijk zijn, vijf onbeduidende mensenvingers kunnen nooit een poot zo dik als een boomstam omvatten.’ (p. 96) De verzorger uit India leert de olifant afscheid nemen, deze legt zijn slurf in de handen van de sjouwers.
    Eindelijk aangekomen in Wenen stroomt het publiek massaal toe, want hier was nog nooit een olifant te zien geweest. Uit de menigte loopt dan plotseling een klein meisje van een jaar of vijf naar de olifant en dreigt verpletterd te worden: ‘Maar dat was buiten de waard salomon (de olifant) gerekend. Hij sloeg de slurf om het lijf van het meisje alsof hij dat omhelsde en tilde het hoog in de lucht als een nieuwe vlag, die van een leven dat op het laatste moment gered wordt, als het al verloren is.’ (pp. 204-205) Heel Wenen is natuurlijk ontroerd over zo’n verstandige olifant. Met deze bekende slurf als snuit is het verhaal vanzelfsprekend dan ook bijna uit.
Lees het boek. Het is psychologisch ongeveer even subtiel als Cervantes’ ‘Don Quichot’ en dan nog een stuk politieker.

Wat te doen met onze wilde dieren? De olifant leert ons in ieder geval dat hij geen wild dier is. En een kat of een hamster? Vooraan in de karavaan van het maatschappelijk debat over de regeringsplannen lopen de WW en andere droeve zaken. Sjokken de wilde dieren achteraan? Hun debat krijgt heus nog wel een staartje.





José Saramago (1922-2010)



José Saramago, De tocht van de olifant, Uitgeverij Meulenhoff, 3e druk, Amsterdam 2011.